dinsdag 16 oktober 2012

Aflevering 19



In het ziekenhuis

Met Els voorop lopen ze het ziekenhuis binnen. Tara kan haar bijna niet bijhouden, Sylvia doet al niet eens echt moeite. Els meldt zich bij de balie. "We komen wat spullen brengen voor onze vriendin. Waar kunnen we haar vinden?" Terwijl de portier de gegevens zoekt in de computer kijkt Els zoekend rond. Dan kijkt ze naar Sylvia. "Waar is die tas nou?" "Oeps," Sylvia kijkt schuldig, "vergeten." Els is geïrriteerd. "Mijn god, Syl, wat is er met jou aan de hand vandaag? Nee! Ik loop wel." En met dezelfde straffe pas loopt Els weer terug naar buiten, naar de auto. Sylvia en Tara kijken haar beduusd na. "Ze zal nog wel bij de Eerste Hulp zijn. Die deur door." zegt de portier. Sylvia glimlacht. "Bedankt." Samen lopen ze weg. "Gaat het weer een beetje?," vraagt Tara bezorgd. "Ik wist niet dat jij zo slecht tegen alcohol kon." Sylvia haalt haar schouders op. Zwijgend wachten ze bij de klapdeuren op Els. 
            Ze is nog in geen velden of wegen te zien, daarom durft Sylvia het wel te vragen: "Dus Jeroen is toch overstag? Ik wist het wel. Vroeg of laat gaat bij hen ook wel een wekkertje af, hoor!" Op het moment dat Tara ontkennend wil antwoorden, zien ze Els weer aan komen lopen en Sylvia maakt een samenzweerderig Ik-houd-mijn-mond-wel-gebaar. En net als Els bij hen staat met de tas horen ze een ringtone uit de tas. Els graait in de tas. "Waar is dat pokkeding?" Op het moment dat ze 'm te pakken heeft, houdt het melodietje op. "Gemiste oproep van Herman." vraagt Els zich geërgerd af. "Wie is Herman?" Sylvia vraagt het fel. Weet Els misschien meer dan zij weet?  Wat vindt zij er eigenlijk van? Sylvia heeft zo'n vermoeden dat Els het allemaal wel prima vindt. Die houdt er tenslotte een compleet andere moraal op na. Maar Els zegt alleen. "Die zeikerd heeft haar al tig keer gebeld vandaag. Als ik ergens een hekel aan heb..." "Ik wacht wel even buiten." En weg is Sylvia. Els en Tara verbaasd achterlatend. Tara peinst: "Misschien knapt ze op van wat frisse lucht."
            "Waar blijven ze nou toch met die spullen?" Iris voelt zich wat verloren in het witte ziekenhuisbed. "En die arts, die zou toch ook nog komen?" Karin zit te knikkebollen op een stoel naast haar. "Zeg Kaar, het spijt me dat ik nu ons weekendje in de war schop." Karin schiet overeind. Wat kan ze zeggen? Dat het niet uitmaakt? Eigenlijk wil ze gewoon niet meer liegen, zeker niet tegen haar beste vriendinnen. "Wat deed je buiten bij dat schuurtje?", fluistert Karin.  "Waarom reageerde je niet toen we je riepen?" Het komt er bijtender uit dan ze van plan was. Blijkbaar maakt ze zich er toch wel druk om. "Wil je het echt weten? Word je dan niet boos?" Iris kijkt zo ernstig, een beetje zielig zelfs. Alsof haar moeder haar betrapt heeft met mond vol drop. Karin moet van de weeromstuit giechelen. "Dat ligt eraan wat je op te biechten hebt. Had je afgesproken met de boze buurman? En heeft hij je toen je bij nader inzien, vanwege zijn rode baard, toch niet wilde, buiten westen geslagen?" Iris reageert ernstiger dan Karin verwachtte. "Nee, ik wilde jullie even niet zien. Ik wilde even niemand zien. Ik moest nadenken." "Daar zijn we dan!" roept Els terwijl ze met Tara in haar kielzog haar opwachting maakt op de spoedeisende hulp. "Sst!" zegt Karin geërgerd. "Dat werd tijd," vindt Iris.

Sylvia en Roderick, het begin

Sylvia zit wat onderuit gezakt buiten op een bankje bij de ingang van het ziekenhuis. Het is verrekte koud, maar ze heeft gewoon geen puf meer om op te staan en naar binnen te gaan. Haar ogen vallen een beetje dicht, totdat ze gebiologeerd blijven staren naar een bord aan de muur. Het lijkt wel zo'n grote foto, die je tegenwoordig voor een habbekrats kunt laten printen op weerbestendig materiaal. Maar wat zou die klodder blauw daar in het midden toch voorstellen. Ze houdt haar hoofd schuin om het even goed te bekijken. Ze fronst. Stomme moderne kunst. Ze hadden beter een mooie foto van een zonsondergang op kunnen hangen. Of zou dat dan weer teveel geassocieerd worden met de dood?
            "Vandalen, zelfs bij het ziekenhuis." Sylvia schrikt op uit haar overpeinzing. Naast haar staat een grote man met wilde donkere krullen en een snor. Hij blaast rook uit en kijkt het na. Het duurt even voor ze door heeft waar ze hem moet plaatsen. Maar als ze hem een wit uniform aan denkt, is het zo duidelijk als wat. Het is de ambulancebroeder die ze eerder die avond zo vol interesse heeft bestudeerd. Grappig om hem nu weer tegen te komen, maar ze voelt zich ook wel enigszins betrapt. "Oh, sorry, ik dacht dat je naar die graffiti op de muur zat te kijken." Sylvia kijkt eens goed naar het bord op de muur en moet dan lachen. Het is inderdaad een graffiti tag. Tijd voor een brilletje?
            "Mag ik zitten?" Sylvia knikt en schuift een stukje op. De bank voelt ineens weer koud aan onder haar billen. Hij heeft een voorverwarmd stukje, beseft ze. Raar om dat te denken, maar wat geeft het eigenlijk. Mensen kunnen toch geen gedachten lezen. "Lekker warm plekje," zegt hij en Sylvia valt bijna naast de bank van schaamte. Ze zoekt naar iets dat ze kan zeggen om haar verwarring te verbergen. "Mag ik een sigaret?" Wat is dat nu een idiote vraag? Ze rookt helemaal niet. Maar dat weet hij niet en hij biedt haar een sigaret aan en steekt hem voor haar aan. Ze probeert te doen of het de normaalste zaak van de wereld is, maar verslikt zich prompt. De man kijkt naar zijn eigen sigaret. "Slechte gewoonte." Hij steekt zijn hand uit als Sylvia is opgehouden met hoesten. "Ik ben trouwens Roderick." "Sylvia. Zit je dienst er weer op?" Roderick geeft geen antwoord, maar knikt met zijn hele lijf. "Uw vriendin was de laatste."
            Sylvia voelt ze ineens honderd jaar oud. Ze bestudeert zijn gezicht. Hij zal inderdaad zo'n twintig jaar jonger zijn, maar om dan u tegen haar te zeggen vindt ze behoorlijk beledigend. Of zou ze vanavond echt zo'n verlopen kop hebben. Het zou haar eigenlijk niet verbazen, na wat er allemaal gebeurd is. "Ik ga haar maar eens opzoeken." Roderick wijst naar haar hand. "Sigaret." "Oh ja." Na dat ene trekje was ze het straal vergeten. Ze drukt hem uit in de asbak voor ze naar binnen gaat. De grote askegel valt er net naast. Sylvia kijkt nog een keer om als de deuren openschuiven. "Tot ziens?" Roderick grijnst naar haar. "Graag!" En met een verlichte tred loopt Sylvia het ziekenhuis in.
            Els staat erop dat ze zelf terugrijdt, ook al heeft haar lever nog lang niet alle alcohol kunnen verwerken. De andere drie zijn te moe om echt te protesteren. Eenmaal weer in het huisje gaan Tara en Sylvia direct zwijgend naar boven. Dit was niet echt de vrijdagavond die ze in hun hoofd hadden gehad. Els gaat nog even op zoek naar een wijntje. En Karin pakt haar laptop. Het is inmiddels zo'n gewoonte geworden om voor het naar bed gaan de toestand in de wereld te checken, dat ze zonder dat niet kan slapen. Alsof ze zelf, in dat half uur voor ze in slaap valt, nog een bijdrage zou kunnen leveren aan de wereldvrede of een oplossing zou kunnen vinden voor de financiële crisis. Op het moment dat ze fd.nl heeft geopend, weet ze niet meer waarom. Daar zal ze echt geen antwoorden vinden op de vragen die nu in haar hoofd rondspoken. Met zijn allen aan de tafel was het gezellig geweest en als vanouds. Het had haar even bevrijd van de angstige gedachten, maar in de ambulance waren ze weer keihard teruggekomen. Ze zucht diep. Els ziet het. "Glaasje?" "Doe maar."

Vroeg uit de veren

De volgende morgen is Tara de eerste die beneden staat. Ze heeft ondanks alles heerlijk geslapen en verheugt zich op de dag die voor hen ligt. Enthousiast opent ze de gordijnen. Het noodweer van de vorig avond heeft een behoorlijke ravage achtergelaten in de tuin. Er zijn allemaal bloempotten omgewaaid en op het dekzeil van de hottub ligt een grote plas water. Maar het zonnetje komt gelukkig alweer een beetje door. Het is de mooiste tijd van het jaar, vindt ze. Al die prachtige kleuren. Er staat een grote boom in de tuin waar nog veel blad aan zit, van donkerrood, bijna paars tot citroengeel, alle kleuren zijn vertegenwoordigd en met het zonnetje erop stralen ze haar tegemoet. Ongemerkt legt ze een hand op haar buik. Wat zou het heerlijk zijn om dit alles te kunnen delen. De verwondering, de verrukking. Kon ze dit gevoel maar aan Jeroen overbrengen. Dan zou hij het begrijpen.
            Ze rukt zich los van haar overpeinzing en draait zich om. In de deuropening staat Sylvia. Wat ziet die eruit! Zo dronken was ze gisteren toch niet? "Meid, ik weet wat jij nodig hebt. Een grote kop thee!" En Tara gaat enthousiast aan de slag in de keuken. Zoals verwacht laat ze theelepeltje en pakjes thee uit haar handen vallen, maar op de een of andere manier kan dat haar niet zo veel schelen. En doordat ze zich vandaag niet zo druk maakt, gaat het ook beter. Sylvia ploft neer op de bank. "Graag. Ik heb me een hóofd!" kraakt ze. "Weet jij nog wat we vandaag zouden doen? Ik ben alles even kwijt." Tara schuift wat bladen opzij en zet de thee voor haar neus op de salontafel. "Nog maar even niet aan denken. Trouwens, de anderen staan ook nog niet te springen. Ik ga even bij de hottub kijken. Die moeten we toch een keer geprobeerd hebben?!" En ze loopt naar buiten. Sylvia pakt haar mok op en ruikt eraan. Dan trekt ze een vies gezicht, mango ofzo? Ze kokhalst. Nee, hè? En ze weet niet hoe snel ze naar de w.c. moet rennen.
            Tara is helemaal trots, want ze heeft zelf de hottub aan de praat gekregen. Ze vist boven een badjas uit haar tas en kleedt zich uit. "Wat heb jij toch een perfect figuurtje!" Els is wakker geworden van haar gerommel en kijkt geïnteresseerd naar Tara die in haar blootje naast het bed staat. Tara schrikt ervan. Els kent ook echt helemaal geen schroom als het op blote lichamen aankomt. Tara voelt zich juist altijd erg ongemakkelijk onder die nieuwsgierige blik. Zeker sinds Els een paar jaar geleden vertelde dat ze het ooit wel eens met een vrouw heeft gedaan. In geuren en kleuren kwam het verhaal eruit. Tara had de neiging om haar handen voor haar oren te doen. Ze wilde het niet weten! "Ik ga de hottub uitproberen. Ik heb 'm zelf aangekregen!" "Goed idee!" Els komt snel overeind zitten, wankelt dan een beetje en laat zich weer achterover vallen. "Ik kom ook....zo." Tara trekt snel haar badjas aan en loopt opgelucht naar beneden. Ze installeert zich met een kopje thee en een flutblaadje. Het water is best warm, de stoom komt er vanaf. Gelukzalig sluit ze haar ogen, wetend dat tegen de tijd dat Els er klaar voor is, zij al lang en breed aangekleed aan het ontbijt zit. 

maandag 1 oktober 2012

Aflevering 18


Els klost energiek de trap op. Eenmaal boven voelt ze toch dat ze niet helemaal fris is en neemt ze even de tijd om uit te hijgen. Dan gaat ze op zoek naar de tas van Iris. Ze was van plan er alleen een schone slip en een tandenborstel uit te vissen, maar als ze die keurige stapeltjes ziet, neemt ze voor de zekerheid de hele tas maar mee. Stel dat ze de symmetrie in de war gooit. Ze stopt het mobieltje van Iris er gelijk bij. Op het moment dat ze dat doet licht de telefoon op. Een bericht. Vast van die Herman, denkt Els. Wie zou dat toch zijn en waarom heeft Iris hen nog niet over hem vertelt? Els neemt zich voor om het direct aan haar te vragen als ze de gelegenheid heeft. Ze is wel in voor wat smeuïge verhalen. "Els, kom je nog?" Er wordt op haar gewacht. Tara start, na wat instructies van Els, de auto. Haar vingers trillen. Els gooit de weekendtas van Iris naast Sylvia, die achterin is gaan zitten met een plastic tasje, want ze voelt zich nog niet helemaal jofel. Spijt, spijt, spijt, wat is er erger dan dat? En opeens, uit het niets, vraagt Sylvia zich af hoe het nu thuis zou zijn. Zou Chris alweer thuis zijn van zijn geheime afspraak? Of is toch maar lekker bij de kinderen gebleven. Ze trekt haar jas wat steviger om zich heen, duikt erin weg en zou het het liefst op een huilen zetten.
            Opeens is Iris het zat. Ze heeft alleen maar een gat in haar hoofd. Hadden de meiden het niet zonder al dit spektakel op kunnen lossen? Ze wil rechtop gaan zitten, maar de ambulancebroeder maakt haar duidelijk dat dat nog niet de bedoeling is. Karin kijkt ongerust naar haar, probeert haar te kalmeren, maar dat maakt Iris juist nog onrustiger. Ze wil niet naar het ziekenhuis. Ze wil het wel graag begrijpen, maar merkt dat gestructureerd denken niet zo simpel is op het moment. Nu snapt ze hoe letterlijk je "je hersens pijnigen" kunt nemen. Haar hoofd ontploft als ze nadenkt over het hoe en waarom van deze situatie. Het ene moment zaten ze nog gezellig samen te eten - het was echt ouderwets gezellig - en het volgende moment ligt ze buiten in de regen. Waarom was ze eigenlijk zo hals over kop naar buiten gegaan? Ineens begint haar iets te dagen, even een helder momentje en ze nijpt Karin's hand bijna fijn. "Ik weet niet waar je mobieltje is," antwoordt Karin. "De meiden zullen 'm vast wel voor je meenemen. Ze rijden vlak achter ons aan." Dit kalmeert Iris een beetje. Afwachten dan maar.
            Karin heeft intussen andere zorgen. Ze ziet er enorm tegenop om weer het ziekenhuis in te gaan, ook al is het niet voor haarzelf. Ze probeert zich te concentreren op Iris en haar probleem, zodat haar onzekerheden naar de achtergrond verdwijnen. Ze besluit een praatje aan te knopen met de ambulanceverpleger. Heeft hij ook zoveel last van geweld tijdens zijn werk? De verpleger geeft wat korte antwoorden. Hij heeft duidelijk geen zin in een praatje, hangt liever hier of daar de mensenredder uit. Moedeloos zakt Karin achteruit. Dan maar in stilte de rit uitzitten. Ze kijkt door het raampje naar buiten. Gelukkig, het platteland ligt achter hen, de stad begint hen te omhelzen. Nu is het vast niet ver meer.
            Zo, meiden, we zijn er. De opluchting is van alle drie de gezichten af te lezen. Tara is een wat voorzichtige chauffeur en de eend van Els heeft een uitgebreide gebruiksaanwijzing. De keren dat hij afsloeg zijn niet op één hand te tellen. Els stond op het punt om Tara tot stoppen te dwingen en zelf achter het stuur plaats te nemen, maar Sylvia hield haar tegen met het argument dat ze er liever in deze auto wat later wilde arriveren bij het ziekenhuis, dan weer een ambulance te moeten bellen. Met daarbij wel het vriendelijke verzoek aan Tara om even in de berm te gaan staan, de plastic tas is vol en haar maag is nog niet helemaal leeg. Tot Tara's opluchting staan er op dit middernachtelijk uur nauwelijks auto's op de parkeerplaats. Parkeren is niet haar sterkste punt. Zo gauw de auto stil staat, springt Els eruit. Ook Sylvia rolt eruit. Ze haalt diep adem om zoveel mogelijk frisse lucht binnen te krijgen. Tara rommelt het sleuteltje uit het contact en veegt het zweet van haar voorhoofd. Els staat al naast haar met haar hand omhoog. "Sleutel!"

zaterdag 2 juni 2012

Aflevering 17


Tara slaapt bijna als ze opschrikt van een loeiharde sirene. Ze probeert te bepalen of het een brandweerauto is, een politiewagen of de ambulance, maar haar bewustzijn laat het afweten. Ze wacht op het moment dat de toon omslaat en de melodie vals wordt, maar dat gebeurt niet. Het geluid gaat uit, gekleurde lichten flitsen door de kamer heen. Ongerust loopt ze naar het raam Naast de boerderij staat de ambulance. Twee mannen in fluorescerende jassen springen uit de cabine. Tara schiet een vest en sokken aan en rent slaapdronken de trap af.

Sylvia, Karin en Els kijken vanaf een afstandje naar de handelingen van het ambulancepersoneel. Iris is bij kennis, maar laat het allemaal over haar heen komen. "Wat is er gebeurd?" Ze schrikken van Tara die naar hen toestormt. Sylvia slaat een arm om haar heen. "Ze heeft een dakpan op haar hoofd gekregen. Het ziet er erger uit dan het is." Tara kijkt ongerust naar Iris die op een brancard wordt gehesen. Een ambulancebroeder komt naar hen toe. Sylvia is gefascineerd door zijn grote krulsnor en paardenstaart. Het lijkt wel een Viking. Mag dat eigenlijk wel als je bij de ambulancedienst werkt? Is het voor de hygiëne niet beter om kaal te zijn? Ze schudt de gedachte van zich af. Waarom? vraagt ze zich dan af. Waarom is zo'n detail ineens zó belangrijk?!

"Ze heeft een behoorlijke wond op haar achterhoofd; dat wordt hechten en een nachtje ter observatie." De verpleger praat snel en nonchalant. Voor hem is het natuurlijk een ongeluk van niks, geen zuurstof nodig of AED, geen levensgevaar. Ze hadden het zonder hem ook wel af gekund, zelf na al die wijn. Want op momenten als dit is iedereen direct nuchter. Of zo lijkt het tenminste. "Wie van de dames rijdt er gezellig met mij mee?" Ze kijken elkaar aan, tasten af. "Ik ga wel," hoort Karin zichzelf zeggen. "Ik pak ik nog even snel mijn handtas. Nemen jullie wat spullen voor Iris mee?" En weg is Karin.

"Tara, trek even wat aan, dan mag jij rijden." Tara rilt. Ze voelt nu pas de kou die langs haar blote benen omhoog trekt. "Ik?" "Ja, ik geloof niet dat het slim is als ik achter het stuur ga zitten," zegt Els. "En Syl heeft ook een aardig bakkie op." Tara knikt en rent naar de boerderij. De telefoon gaat over in Els' hand. Van schrik laat ze hem bijna op de grond vallen. Dan neemt ze op. "Nee, die kan even niet aan de lijn komen. Sorry, overmacht. Ik zal zeggen dat je gebeld hebt. Herman, toch?" Sylvia trekt haar wenkbrauwen op. Ze vraagt zich af of ze het die Herman moeten vertellen dat Iris nu onderweg is naar het ziekenhuis. Maar ze besluit dat het beter is dat Iris straks zelf contact met hem opneemt. Tenslotte is er niets ernstigs aan de hand. "Kom," zegt ze, "Laten we een noodpakketje gaan maken."

Ze botsen bijna tegen Tara op, die dik aangekleed al klaar is voor vertrek. "Waar moeten we eigenlijk naartoe?" Sylvia en Els kijken elkaar aan. Oeps, dat is nog eens een goede vraag. Naar welk ziekenhuis zouden ze Iris hebben verplaatst? "Wij zijn ook een lekker stel zo samen..." Sylvia voelt een stevige hoofdpijn opkomen. Weer een probleem erbij. Ze zakt neer op een stoel in de keuken. Gelukkig houdt Els nog wel haar hoofd erbij. "Nog maar een keer 112 bellen? Bij de centrale krijgen ze vast wel te horen waar die ambulance naartoe gaat." En ze toetst het alarmnummer weer in op de telefoon. Sylvia kijkt er vol verbazing naar. Ja, natuurlijk, denkt ze, logisch, toch? Ze vindt dat ze nu op moet staan om logeerspullen voor Iris bij elkaar te rapen, maar ze heeft de kracht niet om het direct te gaan doen. 

zaterdag 3 maart 2012

aflevering 16


"Kom, schat, we moeten echt even verder als we Iris willen vinden voor ze is bevroren of weggespoeld." Karin trekt Sylvia voorzichtig overeind. Sylvia knikt terwijl ze al snuffend haar neus afveegt met haar mouw en zo een bruine modderstreep achterlaat op haar gezicht. Wat een dag is dit. Opeens is dit geen gezellig weekendje weg meer met de meiden, maar een uitje van een stel belegen tuthola's. Zou het de drank zijn die hen onderhand de nek omdraait? Ze zijn het natuurlijk niet meer gewend, zo'n avondje doorhalen. Sylvia krijgt spijt van haar eigen drinkgelag als ze aan de kater denkt die morgenochtend waarschijnlijk op haar zit te wachten. Els zal wel de enige zijn die er geen last van heeft. Die doet als kinderloze kunstenaar natuurlijk niet anders. Nee, maar, als je over de duivel denkt... "Wijfies, hebben jullie haar al gevonden?" Els rent onvast op hen af. "Jullie zijn ook nog niet echt opgeschoten. Meid, wat zie je eruit! En wat is dat?" Els wijst op het kwakje van Sylvia en begint onbedaarlijk te lachen. "Mijn god, we lijken wel vijftien na een Coebergh-jus feestje. Weet je nog? Bij jou op zolder? Enig idee waar ze naartoe is geslopen?" Karin wijst met haar vinger richting de schuur. Els loopt verder. "Iris! Telefoon!" Karin en Sylvia kijken elkaar verbaasd aan en glimlachen ondanks alles om Els die enthousiast zwaait met het mobieltje in haar hand. Dat is wat ze in vroeger tijden koddig zouden hebben genoemd.

Els nadert het schuurtje en durft plotseling niet meer verder. Iris is vast al veel verder gelopen, maar hierachter zou wel een dode rat kunnen liggen of erger. Wat doen ze hier in godsnaam op deze van god vergeten plek. Kon ze maar direct terug naar huis, dicht tegen Sjaak aankruipen, vrijen tot het ochtend wordt en pas slapen als het zonlicht pijn aan haar ogen doet. Ze vermant zich, haalt diep adem, kijkt voorzichtig om het hoekje en schrikt zich een ongeluk. Daar ligt Iris, volkomen stil, alweer. Verstijfd blijft Els staan. "Els, zie je wat? Nee, hè!" Karin botst tegen haar aan. Ze duwt Sylvia in haar armen en loopt zelf door naar Iris. Als ze bij haar is neergeknield, roept ze naar Els. "Jij hebt daar toch een telefoon? Bellen dan! 112!" "Oh, ja, natuurlijk." Met trillende vingers toetst Els de drie cijfers in op het toestel. Karin bestudeert intussen Iris. Ze voelt in haar nek en aan haar voorhoofd. Dan ziet ze de wond op haar hoofd, waar het bloed door de regen afgespoeld is. "Een ambulance," zegt Els "Ja, weet ik dat..." Ze bedekt de speaker met haar hand. "Waar zijn we in heaven's name?"

Tara schenkt een groot glas rode wijn in. Ze heeft waanzinnig veel medelijden met zichzelf, zoals ze hier nu in haar eentje zit; met een haard die is uitgegaan en niemand om haar warm te houden. Er zit maar één ding op: lekker naar bed gaan. Ze proost theatraal en slaat de wijn in één keer achterover. Dan pakt ze haar boek van de salontafel en vertrekt naar boven, waar ze zich op een bed laat vallen. Diep onder het donzige dekbed trekt ze zich terug in de romantische wereld van ontvoerde hofdames en dappere ridders. Buiten zoeken ze het maar uit.

"Ik durf haar niet zo te verplaatsen, maar ze wordt natuurlijk hartstikke koud." Karin is de enige die rationeel blijft denken. Ze gaat tegen Iris aanzitten en tilt voorzichtig haar hoofd op en legt hem in haar schoot. "Kijk uit! Misschien is er wel iets met haar nek of haar rug." Sylvia is blijkbaar niet erg bruikbaar in noodsituaties. Ze is doodongerust, als de dood dat het zo erg is met Iris als het er uit ziet. "De ambulance is onderweg," roept Els; blij als ze is dat ze in ieder geval iets heeft kunnen doen. "Lieverd, wordt eens wakker." Karin praat zachtjes tegen Iris, die gelukkig een beetje begint te bewegen. "Meis, heb je ergens pijn?" Iris doet voorzichtig haar ogen open. "Mijn hoofd!" kreunt ze.

woensdag 15 februari 2012

Aflevering 15


"Ah joh, eentje nog?!" Els houdt de fles boven Tara's wijnglas. "Neem jij dat laatste druppie." Tara houdt geschrokken haar hand boven haar glas. "Nee, Els, ik wil echt niet." Els probeert haar hand weg te drukken, maar Tara houdt het tegen. Dan zakt Els terug op haar stoel. "Ik wil niet in mijn eentje drinken." Tara haalt haar schouders op. "Dan stop je toch lekker?" Els probeert Tara doordringend aan te kijken, maar dat lukt haar niet echt meer. Haar ogen schieten alle kanten op. "Mag je niet van de dokter?" Els moet lachen om haar eigen grapje. "Of van Jeroen?" Els moet nog harder lachen. Tara ergert zich. "We zijn niet allemaal van die drankorgels als jij!" Het duurt even voor deze aanval tot Els doordringt. "Hoe, hoe bedoel je?" "Dat jij altijd wel een reden kunt vinden om je op een hoop te zuipen." Els schudt haar hoofd en wijst priemend met een vinger naar Tara. "Dat, dat is onzin. Echt onzin! Ik hou van gezelligheid, da's alles." Ze staat onvast op. "En nu moet ik pissen."

"Waarom is Iris eigenlijk opeens naar buiten?" Karin vraagt het aan Sylvia, terwijl ze in de richting van een vervallen schuurtje lopen. Sylvia ontwijkt haar blik. "Ik weet het niet." Karin houdt haar tegen, draait haar naar zich toe. "Dat geloof ik echt niet. Jij weet altijd alles!" Sylvia schudt haar van zich af. Ze zucht. "En weet je dat ik daar helemaal doodziek van wordt." Als om dit te onderstrepen kotst ze onverwacht op de grond. Karin kijkt geschokt naar de spetters op haar nieuwe schoenen. Dan slaat ze beschermend haar arm om Sylvia heen. Ze blijven samen voorovergebogen staan. Karin veegt Sylvia's haren uit haar gezicht. Dit gebaar is te veel voor Sylvia en ze begint met grote schokken te huilen. Karin trekt haar tegen zich aan. "Kut hè?"

Iris wrijft over haar hoofd. Verbaasd kijkt ze naar haar hand die vochtig rood is van het bloed. "Niet goed." denkt ze, terwijl ze door haar knieën zakt. Waar is ze eigenlijk? Ze krijgt niet echt de tijd om na te denken, want vlak voor haar voeten knalt een dakpan met veel geweld op de stenen. Ze kijkt omhoog. Dit is niet zomaar een vervallen schuur. Dit is een schuur die op instorten staat! Ze kruipt uit de gevarenzone. Herman, er was iets met Herman. Maar wat?


Zo, dat lucht op. Els loopt voorzichtig van de w.c. richting de woonkamer. Dan hoort ze een bekend deuntje. Glimlachend wiebelt ze mee op de maat. Nu weet ze wat er miste in de woonkamer. Ze hebben muziek nodig om de sfeer een beetje te verhogen. Ze duwt de deur naar de kamer en het muziekje houdt op. Dan begint het weer. Het duurt even voor ze door heeft dat dat geluid van een mobieltje komt dat op de trap ligt. "Hallo?" Ze luistert. "Nee, die is weg...Weet niet. Kolder in haar kop ofzo. O.k. Doehoei!" De telefoon tutert totdat Els de tegenwoordigheid van geest heeft om de verbinding te verbreken. Vreemd, denkt ze. Wie zou Iris nou zo laat nog bellen? Ze loopt de kamer in. Tara zit gespannen op haar te wachten. "Ik ben, denk ik, zwanger." Els zit nog met het onderschepte telefoontje in haar hoofd en heeft daardoor moeite deze boodschap te interpreteren. "Oh." Tara staart naar het glas water in haar hand. "Jeroen weet het niet en volgens mij wil hij het ook helemaal niet." "Oh. Weet je wie ik net aan de telefoon had?" Tara kijkt haar verstoord aan. Komt zij met haar bekentenis, die ze de hele dag heeft opgespaard, wil Els het helemaal niet horen. "Els, hoor je wel wat ik zeg?" Els haalt haar schouders op. "Die wijn komt toch wel op." Nu springt Tara uit haar vel. "Wat?! Is dat het enige waar jij aan kunt denken?" Ze zijn er allebei even stil van. "Er belde een man voor Iris. Voor Iris! Misschien moet ik toch even helpen zoeken." Els loopt de kamer uit en trekt terwijl ze naar buiten loopt haar jas van de kapstok. Tara blijft verbijsterd achter.


woensdag 8 februari 2012

Aflevering 14


"Hoe bedoel je, je hebt zelf al besloten?" Iris heeft moeite om helder te denken na die hele fles wijn. Het irriteert haar dat Herman alweer belt. Ze zakt neer op de trap. "En wat vindt Marloes er dan eigenlijk van?" Marloes is de vrouw van Herman, de bedrogen echtgenote. Zou hij het haar dan al verteld hebben? Ze voelt dat ze overspoeld wordt door een golf van paniek. Dit was niet de bedoeling! Ze probeert sinds hij het haar verteld heeft uit alle macht afstand te nemen van Hem en nu trekt hij haar juist weer naar zich toe. Hoe kan ze zich zo in godsnaam staande houden? Als hij dit een maand geleden had gezegd, had ze zich gevleid, bevrijd, euforisch gevoeld. Dit was waar ze stiekem toch al die jaren op gehoopt had, al zei ze tegen zichzelf van niet.. Maar nu is het te laat. In plaats van ze leefden nog lang en gelukkig staat haar hen nu een korte lijdensweg te wachten. Dit wil ik niet, denkt ze. "Ja, ik ben er nog. Sorry, ik bel je." En ze drukt hem weg. Ze ijsbeert door het kleine gangetje. Ze legt haar telefoon op de trapt en wrijft met haar handen over haar gezicht, alsof ze daarmee de ellende als een masker af kan vegen. Dan neemt ze een besluit. Ze kan hier niet blijven staan; ze moet de frisse lucht in om te ontnuchteren. Ze trekt ze haar jas aan, schiet in haar laarzen en opent de deur. Een gure windvlaag duwt haar bijna omver. De regen klettert op het straatje van kinderkopjes. Ze trekt de deur hard achter zich dicht en verdwijnt in het noodweer.

"Wat was dat nou?" Sylvia kijkt op uit het verhitte gegiechel. "Die klap? Was dat de deur?" De anderen hebben geen idee waar ze het over heeft. "Ik ga wel even kijken." Ze schiet overeind, maar moet zich daarna aan de tafelrand vasthouden om niet om te kukelen. Els en Karin gieren het uit. Al hikkend zegt Karin: "Ik denk nog: ik geef ons even een zetje om los te komen van de kant." "Ja, ha, lekker, met dat gewicht van jou. Gingen we allebei koppie onder!" Els slaat een schouder om Karin heen. Karin duwt haar voorzichtig weg en gaat een beetje rechtop zitten. Tara staat op en tapt een glas water uit de kraan. Ze leunt vermoeid tegen het aanrecht. "Waar ga je naartoe?", vraagt ze aan Sylvia die de kamer weer in komt lopen met haar jas en haar schoenen aan. "Meisjes, dit is niet goed. Iris is weg." Karin zucht diep: "Even een luchtje scheppen zou voor mij ook wel wat zijn." Ze staat op om haar jas van de kapstok te pakken. "Ladies, maak je niet zo druk. Ze is vast zo weer terug," zegt Els. "Ja, laten we eerst even afwachten. We kunnen toch niet als een kip zonder kop buiten gaan lopen? Het is me een takkenweer" Tara moet er niet aan denken om naar buiten te gaan." Karin geeft Sylvia een arm. "Laat maar kletsen. To the rescue!" Samen strompelen ze naar de buitendeur. De wind rukt de deur bijna uit hun handen. Dat noem je nog eens uitwaaien! Maar ondanks wind en regen lopen ze toch naar buiten. "Iris, waar zit je?" roept Sylvia terwijl ze de deur achter zich dichttrekt. Tara kijkt naar Els. "En nu?"

Sylvia en Karin lopen een stukje de weg op. De wind raast om hun oren. Sylvia duikt dieper in haar jas. "Misschien is dit toch niet zo'n goed idee.". "Ach, kom op. We komen haar vanzelf wel tegen. Zo ver kan ze toch nog niet zijn." Karin neemt Sylvia bij de arm. "Iris!" "Iris!" Ze lopen in de richting van een boerderij. "Zie je dat? Daar in de verte? Dat zou ze best eens kunnen zijn." Sylvia stopt. "Ho, ik voel me ff niet zo goed." Ze bukt voorover, haalt diep adem. Dan ziet ze de schoenen van Karin. "Wat heb je nou toch aan? Dit zijn toch geen schoenen voor een zoekactie?" Karin kijkt naar haar rode schoenen met hoge hak. Ze haalt haar schouders op. Dan trekt ze Sylvia weer overeind. "Doorlopen!"

Iris duikt weg achter een vervallen schuurtje. Ze hoort de meisjes voorbij lopen en maakt zich zo klein mogelijk zodat ze haar niet kunnen zien. Het is natuurlijk ontzettend lief van ze, dat ze direct achter haar aan gaan, maar ze moet echt even alleen zijn. Zelf vechten tegen de storm, die ze net zo goed buiten als binnen zichzelf voelt. Ze voelt tevergeefs in haar zak naar haar telefoon. Des te beter, dan kan hij haar hier nu niet lastigvallen. Op dat moment voelt ze een harde klap op haar hoofd.


maandag 23 januari 2012

Aflevering 13


Op kousenvoeten loopt Karin de steile trap af. Ze schrikt als er een koelkast aanslaat. Heeft ze dan zo lang geslapen dat iedereen al op bed ligt? Nee, het is nog niet donker, dus dat kan niet. Nu hoort ze iemand praten beneden. Voorzichtig opent ze de deur naar de woonkamer. "Ik wil gewoon niet dat je me nu belt. Ik heb gezegd dat ik na moet denken, dan moet je me die ruimte ook geven!" Iris ijsbeert door de woonkamer met haar smartphone bij haar oor. "Ja, ik weet dat je niet veel tijd hebt, maar gun me dit ene weekend. Laat me!" Iris zucht. Ze knikt vermoeid. "Ik bel je echt zo gauw ik het weet. Kus!" Iris hangt op en kijkt om zich heen. Dan ziet ze Karin in de deuropening staan en schrikt. Hoeveel zou ze gehoord hebben? En is dat erg?

Karin loopt met open armen naar Iris loopt. Ze omhelst haar. "Wat goed je te zien!" Ze geven elkaar drie zoenen. Karin kijkt Iris nieuwsgierig aan, "Liefdesperikelen?" Iris maakt een wat afwijzend gebaar. "Zoiets." "Waar is de rest eigenlijk?", vraagt Karin. Iris somt het hele lijstje op. Het komt Karin eigenlijk wel goed uit dat ze de hernieuwde kennismaking met de rest even kan uitstellen. Stapje voor stapje, om even te acclimatiseren. "Ik heb nog wel wat lekkers voor bij de koffie!" Karin tovert een zak muffins tevoorschijn en houdt hem open voor Iris. Ze kon de gebaklucht in het ziekenhuis niet weerstaan. Maar dat was voordat ze het onderzoek had. Dat lijkt nu mijlen ver weg. "De koffie is op, maar doe maar even zo'n calorieënbom!" verzucht Iris. "Jouw boek?" Karin wijst naar een dikke historisch roman die opengeslagen op tafel ligt. Iris glimlacht en wijst naar een stapel tijdschriften. "Die zijn van mij. 'Voor altijd verbonden' is van Tara." Karin knikt begrijpend. "Romantisch typje." Ze neemt verlekkerd een grote hap van de muffin. Hè, lekker, het weekend is begonnen!

Een paar uur later zitten de vijf vriendinnen met elkaar aan tafel na te genieten van een overvloedige maaltijd. Tussen de bijna lege potten en pannen staan ook vier lege wijnflessen. Els schuift haar vuile bord een beetje opzij. Ze buigt wat onvast voorover richting Sylvia en tilt haar glas rode wijn op. "Syl, het wordt tijd dat je je hart gaat volgen en een restaurant gaat beginnen!" Sylvia glimlacht minzaam. "Chris ziet me aankomen..." "Maar ik meen 't! Op sterrenkok Sylvia! Proost!" Vijf glazen tikken tegen elkaar aan. "Op ons, die zo lekker sámen kunnen koken. Dat zouden we vaker moeten doen!" zegt Sylvia. "En zo is het!" lacht Karin. "Op liefde, geluk, en gezondheid!" zegt Tara serieus, maar zij is ook de enige die maar één glaasje heeft meegedaan. Het is even weer net als vroeger, toen ze nog droomden van een gouden toekomst samen. Met rode wangen en glimmende ogen halen ze herinneringen op aan vroeger, toen ze met hun volleybalteam hun trainingskamp op stelten zetten. "En toen die bewaker ons 's nachts bijna betrapte in dat zwembad? Ik geloof niet dat ik ooit harder heb gelopen. dan toen." Ze lachen. Els valt bijna van haar stoel. Iris kan haar nog net opvangen.

Dan gaat er een telefoon. Er is even verwarring. We heeft er ook alweer dit irritante deuntje als beltoon? "Hé joh, dat is die van jou!" Sylvia stoot Iris aan. Iris neemt hem aan. Sylvia ziet in een flits de naam van de beller staan: Herman. Ze krijgt het gevoel alsof er een klomp ijs op haar maag ligt en de kou door haar hele lijf verspreid. "Ja?", zegt Iris terwijl ze naar de gang loopt. Sylvia staart haar na, tot ze door Tara wordt aangesproken. "Gaat het allemaal wel, Syl?" Sylvia knikt afwezig. Dan pakt ze een nieuwe fles wijn en wendt zich tot de anderen: "Iemand nog een plens?" Tara houdt haar hand boven haar glas en schudt van nee.