Els klost energiek de trap op. Eenmaal boven voelt ze toch dat ze
niet helemaal fris is en neemt ze even de tijd om uit te hijgen. Dan gaat ze op
zoek naar de tas van Iris. Ze was van plan er alleen een schone slip en een
tandenborstel uit te vissen, maar als ze die keurige stapeltjes ziet, neemt ze
voor de zekerheid de hele tas maar mee. Stel dat ze de symmetrie in de war
gooit. Ze stopt het mobieltje van Iris er gelijk bij. Op het moment dat ze dat
doet licht de telefoon op. Een bericht. Vast van die Herman, denkt Els. Wie zou
dat toch zijn en waarom heeft Iris hen nog niet over hem vertelt? Els neemt
zich voor om het direct aan haar te vragen als ze de gelegenheid heeft. Ze is
wel in voor wat smeuïge verhalen. "Els, kom je nog?" Er wordt op haar
gewacht. Tara start, na wat instructies van Els, de auto. Haar vingers trillen.
Els gooit de weekendtas van Iris naast Sylvia, die achterin is gaan zitten met
een plastic tasje, want ze voelt zich nog niet helemaal jofel. Spijt, spijt,
spijt, wat is er erger dan dat? En opeens, uit het niets, vraagt Sylvia zich af
hoe het nu thuis zou zijn. Zou Chris alweer thuis zijn van zijn geheime
afspraak? Of is toch maar lekker bij de kinderen gebleven. Ze trekt haar jas
wat steviger om zich heen, duikt erin weg en zou het het liefst op een huilen
zetten.
Opeens is Iris
het zat. Ze heeft alleen maar een gat in haar hoofd. Hadden de meiden het niet
zonder al dit spektakel op kunnen lossen? Ze wil rechtop gaan zitten, maar de
ambulancebroeder maakt haar duidelijk dat dat nog niet de bedoeling is. Karin
kijkt ongerust naar haar, probeert haar te kalmeren, maar dat maakt Iris juist
nog onrustiger. Ze wil niet naar het ziekenhuis. Ze wil het wel graag begrijpen,
maar merkt dat gestructureerd denken niet zo simpel is op het moment. Nu snapt
ze hoe letterlijk je "je hersens pijnigen" kunt nemen. Haar hoofd
ontploft als ze nadenkt over het hoe en waarom van deze situatie. Het ene
moment zaten ze nog gezellig samen te eten - het was echt ouderwets gezellig -
en het volgende moment ligt ze buiten in de regen. Waarom was ze eigenlijk zo
hals over kop naar buiten gegaan? Ineens begint haar iets te dagen, even een
helder momentje en ze nijpt Karin's hand bijna fijn. "Ik weet niet waar je
mobieltje is," antwoordt Karin. "De meiden zullen 'm vast wel voor je
meenemen. Ze rijden vlak achter ons aan." Dit kalmeert Iris een beetje.
Afwachten dan maar.
Karin heeft
intussen andere zorgen. Ze ziet er enorm tegenop om weer het ziekenhuis in te
gaan, ook al is het niet voor haarzelf. Ze probeert zich te concentreren op
Iris en haar probleem, zodat haar onzekerheden naar de achtergrond verdwijnen.
Ze besluit een praatje aan te knopen met de ambulanceverpleger. Heeft hij ook
zoveel last van geweld tijdens zijn werk? De verpleger geeft wat korte
antwoorden. Hij heeft duidelijk geen zin in een praatje, hangt liever hier of
daar de mensenredder uit. Moedeloos zakt Karin achteruit. Dan maar in stilte de
rit uitzitten. Ze kijkt door het raampje naar buiten. Gelukkig, het platteland ligt
achter hen, de stad begint hen te omhelzen. Nu is het vast niet ver meer.
Zo, meiden, we
zijn er. De opluchting is van alle drie de gezichten af te lezen. Tara is een
wat voorzichtige chauffeur en de eend van Els heeft een uitgebreide
gebruiksaanwijzing. De keren dat hij afsloeg zijn niet op één hand te tellen.
Els stond op het punt om Tara tot stoppen te dwingen en zelf achter het stuur
plaats te nemen, maar Sylvia hield haar tegen met het argument dat ze er liever
in deze auto wat later wilde arriveren bij het ziekenhuis, dan weer een
ambulance te moeten bellen. Met daarbij wel het vriendelijke verzoek aan Tara
om even in de berm te gaan staan, de plastic tas is vol en haar maag is nog niet
helemaal leeg. Tot Tara's opluchting staan er op dit middernachtelijk uur nauwelijks
auto's op de parkeerplaats. Parkeren is niet haar sterkste punt. Zo gauw de
auto stil staat, springt Els eruit. Ook Sylvia rolt eruit. Ze haalt diep adem om zoveel
mogelijk frisse lucht binnen te krijgen. Tara rommelt het sleuteltje uit het
contact en veegt het zweet van haar voorhoofd. Els staat al naast haar met haar
hand omhoog. "Sleutel!"
Geen opmerkingen:
Een reactie posten