zaterdag 2 juni 2012

Aflevering 17


Tara slaapt bijna als ze opschrikt van een loeiharde sirene. Ze probeert te bepalen of het een brandweerauto is, een politiewagen of de ambulance, maar haar bewustzijn laat het afweten. Ze wacht op het moment dat de toon omslaat en de melodie vals wordt, maar dat gebeurt niet. Het geluid gaat uit, gekleurde lichten flitsen door de kamer heen. Ongerust loopt ze naar het raam Naast de boerderij staat de ambulance. Twee mannen in fluorescerende jassen springen uit de cabine. Tara schiet een vest en sokken aan en rent slaapdronken de trap af.

Sylvia, Karin en Els kijken vanaf een afstandje naar de handelingen van het ambulancepersoneel. Iris is bij kennis, maar laat het allemaal over haar heen komen. "Wat is er gebeurd?" Ze schrikken van Tara die naar hen toestormt. Sylvia slaat een arm om haar heen. "Ze heeft een dakpan op haar hoofd gekregen. Het ziet er erger uit dan het is." Tara kijkt ongerust naar Iris die op een brancard wordt gehesen. Een ambulancebroeder komt naar hen toe. Sylvia is gefascineerd door zijn grote krulsnor en paardenstaart. Het lijkt wel een Viking. Mag dat eigenlijk wel als je bij de ambulancedienst werkt? Is het voor de hygiëne niet beter om kaal te zijn? Ze schudt de gedachte van zich af. Waarom? vraagt ze zich dan af. Waarom is zo'n detail ineens zó belangrijk?!

"Ze heeft een behoorlijke wond op haar achterhoofd; dat wordt hechten en een nachtje ter observatie." De verpleger praat snel en nonchalant. Voor hem is het natuurlijk een ongeluk van niks, geen zuurstof nodig of AED, geen levensgevaar. Ze hadden het zonder hem ook wel af gekund, zelf na al die wijn. Want op momenten als dit is iedereen direct nuchter. Of zo lijkt het tenminste. "Wie van de dames rijdt er gezellig met mij mee?" Ze kijken elkaar aan, tasten af. "Ik ga wel," hoort Karin zichzelf zeggen. "Ik pak ik nog even snel mijn handtas. Nemen jullie wat spullen voor Iris mee?" En weg is Karin.

"Tara, trek even wat aan, dan mag jij rijden." Tara rilt. Ze voelt nu pas de kou die langs haar blote benen omhoog trekt. "Ik?" "Ja, ik geloof niet dat het slim is als ik achter het stuur ga zitten," zegt Els. "En Syl heeft ook een aardig bakkie op." Tara knikt en rent naar de boerderij. De telefoon gaat over in Els' hand. Van schrik laat ze hem bijna op de grond vallen. Dan neemt ze op. "Nee, die kan even niet aan de lijn komen. Sorry, overmacht. Ik zal zeggen dat je gebeld hebt. Herman, toch?" Sylvia trekt haar wenkbrauwen op. Ze vraagt zich af of ze het die Herman moeten vertellen dat Iris nu onderweg is naar het ziekenhuis. Maar ze besluit dat het beter is dat Iris straks zelf contact met hem opneemt. Tenslotte is er niets ernstigs aan de hand. "Kom," zegt ze, "Laten we een noodpakketje gaan maken."

Ze botsen bijna tegen Tara op, die dik aangekleed al klaar is voor vertrek. "Waar moeten we eigenlijk naartoe?" Sylvia en Els kijken elkaar aan. Oeps, dat is nog eens een goede vraag. Naar welk ziekenhuis zouden ze Iris hebben verplaatst? "Wij zijn ook een lekker stel zo samen..." Sylvia voelt een stevige hoofdpijn opkomen. Weer een probleem erbij. Ze zakt neer op een stoel in de keuken. Gelukkig houdt Els nog wel haar hoofd erbij. "Nog maar een keer 112 bellen? Bij de centrale krijgen ze vast wel te horen waar die ambulance naartoe gaat." En ze toetst het alarmnummer weer in op de telefoon. Sylvia kijkt er vol verbazing naar. Ja, natuurlijk, denkt ze, logisch, toch? Ze vindt dat ze nu op moet staan om logeerspullen voor Iris bij elkaar te rapen, maar ze heeft de kracht niet om het direct te gaan doen.