woensdag 8 februari 2012

Aflevering 14


"Hoe bedoel je, je hebt zelf al besloten?" Iris heeft moeite om helder te denken na die hele fles wijn. Het irriteert haar dat Herman alweer belt. Ze zakt neer op de trap. "En wat vindt Marloes er dan eigenlijk van?" Marloes is de vrouw van Herman, de bedrogen echtgenote. Zou hij het haar dan al verteld hebben? Ze voelt dat ze overspoeld wordt door een golf van paniek. Dit was niet de bedoeling! Ze probeert sinds hij het haar verteld heeft uit alle macht afstand te nemen van Hem en nu trekt hij haar juist weer naar zich toe. Hoe kan ze zich zo in godsnaam staande houden? Als hij dit een maand geleden had gezegd, had ze zich gevleid, bevrijd, euforisch gevoeld. Dit was waar ze stiekem toch al die jaren op gehoopt had, al zei ze tegen zichzelf van niet.. Maar nu is het te laat. In plaats van ze leefden nog lang en gelukkig staat haar hen nu een korte lijdensweg te wachten. Dit wil ik niet, denkt ze. "Ja, ik ben er nog. Sorry, ik bel je." En ze drukt hem weg. Ze ijsbeert door het kleine gangetje. Ze legt haar telefoon op de trapt en wrijft met haar handen over haar gezicht, alsof ze daarmee de ellende als een masker af kan vegen. Dan neemt ze een besluit. Ze kan hier niet blijven staan; ze moet de frisse lucht in om te ontnuchteren. Ze trekt ze haar jas aan, schiet in haar laarzen en opent de deur. Een gure windvlaag duwt haar bijna omver. De regen klettert op het straatje van kinderkopjes. Ze trekt de deur hard achter zich dicht en verdwijnt in het noodweer.

"Wat was dat nou?" Sylvia kijkt op uit het verhitte gegiechel. "Die klap? Was dat de deur?" De anderen hebben geen idee waar ze het over heeft. "Ik ga wel even kijken." Ze schiet overeind, maar moet zich daarna aan de tafelrand vasthouden om niet om te kukelen. Els en Karin gieren het uit. Al hikkend zegt Karin: "Ik denk nog: ik geef ons even een zetje om los te komen van de kant." "Ja, ha, lekker, met dat gewicht van jou. Gingen we allebei koppie onder!" Els slaat een schouder om Karin heen. Karin duwt haar voorzichtig weg en gaat een beetje rechtop zitten. Tara staat op en tapt een glas water uit de kraan. Ze leunt vermoeid tegen het aanrecht. "Waar ga je naartoe?", vraagt ze aan Sylvia die de kamer weer in komt lopen met haar jas en haar schoenen aan. "Meisjes, dit is niet goed. Iris is weg." Karin zucht diep: "Even een luchtje scheppen zou voor mij ook wel wat zijn." Ze staat op om haar jas van de kapstok te pakken. "Ladies, maak je niet zo druk. Ze is vast zo weer terug," zegt Els. "Ja, laten we eerst even afwachten. We kunnen toch niet als een kip zonder kop buiten gaan lopen? Het is me een takkenweer" Tara moet er niet aan denken om naar buiten te gaan." Karin geeft Sylvia een arm. "Laat maar kletsen. To the rescue!" Samen strompelen ze naar de buitendeur. De wind rukt de deur bijna uit hun handen. Dat noem je nog eens uitwaaien! Maar ondanks wind en regen lopen ze toch naar buiten. "Iris, waar zit je?" roept Sylvia terwijl ze de deur achter zich dichttrekt. Tara kijkt naar Els. "En nu?"

Sylvia en Karin lopen een stukje de weg op. De wind raast om hun oren. Sylvia duikt dieper in haar jas. "Misschien is dit toch niet zo'n goed idee.". "Ach, kom op. We komen haar vanzelf wel tegen. Zo ver kan ze toch nog niet zijn." Karin neemt Sylvia bij de arm. "Iris!" "Iris!" Ze lopen in de richting van een boerderij. "Zie je dat? Daar in de verte? Dat zou ze best eens kunnen zijn." Sylvia stopt. "Ho, ik voel me ff niet zo goed." Ze bukt voorover, haalt diep adem. Dan ziet ze de schoenen van Karin. "Wat heb je nou toch aan? Dit zijn toch geen schoenen voor een zoekactie?" Karin kijkt naar haar rode schoenen met hoge hak. Ze haalt haar schouders op. Dan trekt ze Sylvia weer overeind. "Doorlopen!"

Iris duikt weg achter een vervallen schuurtje. Ze hoort de meisjes voorbij lopen en maakt zich zo klein mogelijk zodat ze haar niet kunnen zien. Het is natuurlijk ontzettend lief van ze, dat ze direct achter haar aan gaan, maar ze moet echt even alleen zijn. Zelf vechten tegen de storm, die ze net zo goed buiten als binnen zichzelf voelt. Ze voelt tevergeefs in haar zak naar haar telefoon. Des te beter, dan kan hij haar hier nu niet lastigvallen. Op dat moment voelt ze een harde klap op haar hoofd.


1 opmerking: