dinsdag 16 oktober 2012

Aflevering 19



In het ziekenhuis

Met Els voorop lopen ze het ziekenhuis binnen. Tara kan haar bijna niet bijhouden, Sylvia doet al niet eens echt moeite. Els meldt zich bij de balie. "We komen wat spullen brengen voor onze vriendin. Waar kunnen we haar vinden?" Terwijl de portier de gegevens zoekt in de computer kijkt Els zoekend rond. Dan kijkt ze naar Sylvia. "Waar is die tas nou?" "Oeps," Sylvia kijkt schuldig, "vergeten." Els is geïrriteerd. "Mijn god, Syl, wat is er met jou aan de hand vandaag? Nee! Ik loop wel." En met dezelfde straffe pas loopt Els weer terug naar buiten, naar de auto. Sylvia en Tara kijken haar beduusd na. "Ze zal nog wel bij de Eerste Hulp zijn. Die deur door." zegt de portier. Sylvia glimlacht. "Bedankt." Samen lopen ze weg. "Gaat het weer een beetje?," vraagt Tara bezorgd. "Ik wist niet dat jij zo slecht tegen alcohol kon." Sylvia haalt haar schouders op. Zwijgend wachten ze bij de klapdeuren op Els. 
            Ze is nog in geen velden of wegen te zien, daarom durft Sylvia het wel te vragen: "Dus Jeroen is toch overstag? Ik wist het wel. Vroeg of laat gaat bij hen ook wel een wekkertje af, hoor!" Op het moment dat Tara ontkennend wil antwoorden, zien ze Els weer aan komen lopen en Sylvia maakt een samenzweerderig Ik-houd-mijn-mond-wel-gebaar. En net als Els bij hen staat met de tas horen ze een ringtone uit de tas. Els graait in de tas. "Waar is dat pokkeding?" Op het moment dat ze 'm te pakken heeft, houdt het melodietje op. "Gemiste oproep van Herman." vraagt Els zich geërgerd af. "Wie is Herman?" Sylvia vraagt het fel. Weet Els misschien meer dan zij weet?  Wat vindt zij er eigenlijk van? Sylvia heeft zo'n vermoeden dat Els het allemaal wel prima vindt. Die houdt er tenslotte een compleet andere moraal op na. Maar Els zegt alleen. "Die zeikerd heeft haar al tig keer gebeld vandaag. Als ik ergens een hekel aan heb..." "Ik wacht wel even buiten." En weg is Sylvia. Els en Tara verbaasd achterlatend. Tara peinst: "Misschien knapt ze op van wat frisse lucht."
            "Waar blijven ze nou toch met die spullen?" Iris voelt zich wat verloren in het witte ziekenhuisbed. "En die arts, die zou toch ook nog komen?" Karin zit te knikkebollen op een stoel naast haar. "Zeg Kaar, het spijt me dat ik nu ons weekendje in de war schop." Karin schiet overeind. Wat kan ze zeggen? Dat het niet uitmaakt? Eigenlijk wil ze gewoon niet meer liegen, zeker niet tegen haar beste vriendinnen. "Wat deed je buiten bij dat schuurtje?", fluistert Karin.  "Waarom reageerde je niet toen we je riepen?" Het komt er bijtender uit dan ze van plan was. Blijkbaar maakt ze zich er toch wel druk om. "Wil je het echt weten? Word je dan niet boos?" Iris kijkt zo ernstig, een beetje zielig zelfs. Alsof haar moeder haar betrapt heeft met mond vol drop. Karin moet van de weeromstuit giechelen. "Dat ligt eraan wat je op te biechten hebt. Had je afgesproken met de boze buurman? En heeft hij je toen je bij nader inzien, vanwege zijn rode baard, toch niet wilde, buiten westen geslagen?" Iris reageert ernstiger dan Karin verwachtte. "Nee, ik wilde jullie even niet zien. Ik wilde even niemand zien. Ik moest nadenken." "Daar zijn we dan!" roept Els terwijl ze met Tara in haar kielzog haar opwachting maakt op de spoedeisende hulp. "Sst!" zegt Karin geërgerd. "Dat werd tijd," vindt Iris.

Sylvia en Roderick, het begin

Sylvia zit wat onderuit gezakt buiten op een bankje bij de ingang van het ziekenhuis. Het is verrekte koud, maar ze heeft gewoon geen puf meer om op te staan en naar binnen te gaan. Haar ogen vallen een beetje dicht, totdat ze gebiologeerd blijven staren naar een bord aan de muur. Het lijkt wel zo'n grote foto, die je tegenwoordig voor een habbekrats kunt laten printen op weerbestendig materiaal. Maar wat zou die klodder blauw daar in het midden toch voorstellen. Ze houdt haar hoofd schuin om het even goed te bekijken. Ze fronst. Stomme moderne kunst. Ze hadden beter een mooie foto van een zonsondergang op kunnen hangen. Of zou dat dan weer teveel geassocieerd worden met de dood?
            "Vandalen, zelfs bij het ziekenhuis." Sylvia schrikt op uit haar overpeinzing. Naast haar staat een grote man met wilde donkere krullen en een snor. Hij blaast rook uit en kijkt het na. Het duurt even voor ze door heeft waar ze hem moet plaatsen. Maar als ze hem een wit uniform aan denkt, is het zo duidelijk als wat. Het is de ambulancebroeder die ze eerder die avond zo vol interesse heeft bestudeerd. Grappig om hem nu weer tegen te komen, maar ze voelt zich ook wel enigszins betrapt. "Oh, sorry, ik dacht dat je naar die graffiti op de muur zat te kijken." Sylvia kijkt eens goed naar het bord op de muur en moet dan lachen. Het is inderdaad een graffiti tag. Tijd voor een brilletje?
            "Mag ik zitten?" Sylvia knikt en schuift een stukje op. De bank voelt ineens weer koud aan onder haar billen. Hij heeft een voorverwarmd stukje, beseft ze. Raar om dat te denken, maar wat geeft het eigenlijk. Mensen kunnen toch geen gedachten lezen. "Lekker warm plekje," zegt hij en Sylvia valt bijna naast de bank van schaamte. Ze zoekt naar iets dat ze kan zeggen om haar verwarring te verbergen. "Mag ik een sigaret?" Wat is dat nu een idiote vraag? Ze rookt helemaal niet. Maar dat weet hij niet en hij biedt haar een sigaret aan en steekt hem voor haar aan. Ze probeert te doen of het de normaalste zaak van de wereld is, maar verslikt zich prompt. De man kijkt naar zijn eigen sigaret. "Slechte gewoonte." Hij steekt zijn hand uit als Sylvia is opgehouden met hoesten. "Ik ben trouwens Roderick." "Sylvia. Zit je dienst er weer op?" Roderick geeft geen antwoord, maar knikt met zijn hele lijf. "Uw vriendin was de laatste."
            Sylvia voelt ze ineens honderd jaar oud. Ze bestudeert zijn gezicht. Hij zal inderdaad zo'n twintig jaar jonger zijn, maar om dan u tegen haar te zeggen vindt ze behoorlijk beledigend. Of zou ze vanavond echt zo'n verlopen kop hebben. Het zou haar eigenlijk niet verbazen, na wat er allemaal gebeurd is. "Ik ga haar maar eens opzoeken." Roderick wijst naar haar hand. "Sigaret." "Oh ja." Na dat ene trekje was ze het straal vergeten. Ze drukt hem uit in de asbak voor ze naar binnen gaat. De grote askegel valt er net naast. Sylvia kijkt nog een keer om als de deuren openschuiven. "Tot ziens?" Roderick grijnst naar haar. "Graag!" En met een verlichte tred loopt Sylvia het ziekenhuis in.
            Els staat erop dat ze zelf terugrijdt, ook al heeft haar lever nog lang niet alle alcohol kunnen verwerken. De andere drie zijn te moe om echt te protesteren. Eenmaal weer in het huisje gaan Tara en Sylvia direct zwijgend naar boven. Dit was niet echt de vrijdagavond die ze in hun hoofd hadden gehad. Els gaat nog even op zoek naar een wijntje. En Karin pakt haar laptop. Het is inmiddels zo'n gewoonte geworden om voor het naar bed gaan de toestand in de wereld te checken, dat ze zonder dat niet kan slapen. Alsof ze zelf, in dat half uur voor ze in slaap valt, nog een bijdrage zou kunnen leveren aan de wereldvrede of een oplossing zou kunnen vinden voor de financiële crisis. Op het moment dat ze fd.nl heeft geopend, weet ze niet meer waarom. Daar zal ze echt geen antwoorden vinden op de vragen die nu in haar hoofd rondspoken. Met zijn allen aan de tafel was het gezellig geweest en als vanouds. Het had haar even bevrijd van de angstige gedachten, maar in de ambulance waren ze weer keihard teruggekomen. Ze zucht diep. Els ziet het. "Glaasje?" "Doe maar."

Vroeg uit de veren

De volgende morgen is Tara de eerste die beneden staat. Ze heeft ondanks alles heerlijk geslapen en verheugt zich op de dag die voor hen ligt. Enthousiast opent ze de gordijnen. Het noodweer van de vorig avond heeft een behoorlijke ravage achtergelaten in de tuin. Er zijn allemaal bloempotten omgewaaid en op het dekzeil van de hottub ligt een grote plas water. Maar het zonnetje komt gelukkig alweer een beetje door. Het is de mooiste tijd van het jaar, vindt ze. Al die prachtige kleuren. Er staat een grote boom in de tuin waar nog veel blad aan zit, van donkerrood, bijna paars tot citroengeel, alle kleuren zijn vertegenwoordigd en met het zonnetje erop stralen ze haar tegemoet. Ongemerkt legt ze een hand op haar buik. Wat zou het heerlijk zijn om dit alles te kunnen delen. De verwondering, de verrukking. Kon ze dit gevoel maar aan Jeroen overbrengen. Dan zou hij het begrijpen.
            Ze rukt zich los van haar overpeinzing en draait zich om. In de deuropening staat Sylvia. Wat ziet die eruit! Zo dronken was ze gisteren toch niet? "Meid, ik weet wat jij nodig hebt. Een grote kop thee!" En Tara gaat enthousiast aan de slag in de keuken. Zoals verwacht laat ze theelepeltje en pakjes thee uit haar handen vallen, maar op de een of andere manier kan dat haar niet zo veel schelen. En doordat ze zich vandaag niet zo druk maakt, gaat het ook beter. Sylvia ploft neer op de bank. "Graag. Ik heb me een hóofd!" kraakt ze. "Weet jij nog wat we vandaag zouden doen? Ik ben alles even kwijt." Tara schuift wat bladen opzij en zet de thee voor haar neus op de salontafel. "Nog maar even niet aan denken. Trouwens, de anderen staan ook nog niet te springen. Ik ga even bij de hottub kijken. Die moeten we toch een keer geprobeerd hebben?!" En ze loopt naar buiten. Sylvia pakt haar mok op en ruikt eraan. Dan trekt ze een vies gezicht, mango ofzo? Ze kokhalst. Nee, hè? En ze weet niet hoe snel ze naar de w.c. moet rennen.
            Tara is helemaal trots, want ze heeft zelf de hottub aan de praat gekregen. Ze vist boven een badjas uit haar tas en kleedt zich uit. "Wat heb jij toch een perfect figuurtje!" Els is wakker geworden van haar gerommel en kijkt geïnteresseerd naar Tara die in haar blootje naast het bed staat. Tara schrikt ervan. Els kent ook echt helemaal geen schroom als het op blote lichamen aankomt. Tara voelt zich juist altijd erg ongemakkelijk onder die nieuwsgierige blik. Zeker sinds Els een paar jaar geleden vertelde dat ze het ooit wel eens met een vrouw heeft gedaan. In geuren en kleuren kwam het verhaal eruit. Tara had de neiging om haar handen voor haar oren te doen. Ze wilde het niet weten! "Ik ga de hottub uitproberen. Ik heb 'm zelf aangekregen!" "Goed idee!" Els komt snel overeind zitten, wankelt dan een beetje en laat zich weer achterover vallen. "Ik kom ook....zo." Tara trekt snel haar badjas aan en loopt opgelucht naar beneden. Ze installeert zich met een kopje thee en een flutblaadje. Het water is best warm, de stoom komt er vanaf. Gelukzalig sluit ze haar ogen, wetend dat tegen de tijd dat Els er klaar voor is, zij al lang en breed aangekleed aan het ontbijt zit. 

maandag 1 oktober 2012

Aflevering 18


Els klost energiek de trap op. Eenmaal boven voelt ze toch dat ze niet helemaal fris is en neemt ze even de tijd om uit te hijgen. Dan gaat ze op zoek naar de tas van Iris. Ze was van plan er alleen een schone slip en een tandenborstel uit te vissen, maar als ze die keurige stapeltjes ziet, neemt ze voor de zekerheid de hele tas maar mee. Stel dat ze de symmetrie in de war gooit. Ze stopt het mobieltje van Iris er gelijk bij. Op het moment dat ze dat doet licht de telefoon op. Een bericht. Vast van die Herman, denkt Els. Wie zou dat toch zijn en waarom heeft Iris hen nog niet over hem vertelt? Els neemt zich voor om het direct aan haar te vragen als ze de gelegenheid heeft. Ze is wel in voor wat smeuïge verhalen. "Els, kom je nog?" Er wordt op haar gewacht. Tara start, na wat instructies van Els, de auto. Haar vingers trillen. Els gooit de weekendtas van Iris naast Sylvia, die achterin is gaan zitten met een plastic tasje, want ze voelt zich nog niet helemaal jofel. Spijt, spijt, spijt, wat is er erger dan dat? En opeens, uit het niets, vraagt Sylvia zich af hoe het nu thuis zou zijn. Zou Chris alweer thuis zijn van zijn geheime afspraak? Of is toch maar lekker bij de kinderen gebleven. Ze trekt haar jas wat steviger om zich heen, duikt erin weg en zou het het liefst op een huilen zetten.
            Opeens is Iris het zat. Ze heeft alleen maar een gat in haar hoofd. Hadden de meiden het niet zonder al dit spektakel op kunnen lossen? Ze wil rechtop gaan zitten, maar de ambulancebroeder maakt haar duidelijk dat dat nog niet de bedoeling is. Karin kijkt ongerust naar haar, probeert haar te kalmeren, maar dat maakt Iris juist nog onrustiger. Ze wil niet naar het ziekenhuis. Ze wil het wel graag begrijpen, maar merkt dat gestructureerd denken niet zo simpel is op het moment. Nu snapt ze hoe letterlijk je "je hersens pijnigen" kunt nemen. Haar hoofd ontploft als ze nadenkt over het hoe en waarom van deze situatie. Het ene moment zaten ze nog gezellig samen te eten - het was echt ouderwets gezellig - en het volgende moment ligt ze buiten in de regen. Waarom was ze eigenlijk zo hals over kop naar buiten gegaan? Ineens begint haar iets te dagen, even een helder momentje en ze nijpt Karin's hand bijna fijn. "Ik weet niet waar je mobieltje is," antwoordt Karin. "De meiden zullen 'm vast wel voor je meenemen. Ze rijden vlak achter ons aan." Dit kalmeert Iris een beetje. Afwachten dan maar.
            Karin heeft intussen andere zorgen. Ze ziet er enorm tegenop om weer het ziekenhuis in te gaan, ook al is het niet voor haarzelf. Ze probeert zich te concentreren op Iris en haar probleem, zodat haar onzekerheden naar de achtergrond verdwijnen. Ze besluit een praatje aan te knopen met de ambulanceverpleger. Heeft hij ook zoveel last van geweld tijdens zijn werk? De verpleger geeft wat korte antwoorden. Hij heeft duidelijk geen zin in een praatje, hangt liever hier of daar de mensenredder uit. Moedeloos zakt Karin achteruit. Dan maar in stilte de rit uitzitten. Ze kijkt door het raampje naar buiten. Gelukkig, het platteland ligt achter hen, de stad begint hen te omhelzen. Nu is het vast niet ver meer.
            Zo, meiden, we zijn er. De opluchting is van alle drie de gezichten af te lezen. Tara is een wat voorzichtige chauffeur en de eend van Els heeft een uitgebreide gebruiksaanwijzing. De keren dat hij afsloeg zijn niet op één hand te tellen. Els stond op het punt om Tara tot stoppen te dwingen en zelf achter het stuur plaats te nemen, maar Sylvia hield haar tegen met het argument dat ze er liever in deze auto wat later wilde arriveren bij het ziekenhuis, dan weer een ambulance te moeten bellen. Met daarbij wel het vriendelijke verzoek aan Tara om even in de berm te gaan staan, de plastic tas is vol en haar maag is nog niet helemaal leeg. Tot Tara's opluchting staan er op dit middernachtelijk uur nauwelijks auto's op de parkeerplaats. Parkeren is niet haar sterkste punt. Zo gauw de auto stil staat, springt Els eruit. Ook Sylvia rolt eruit. Ze haalt diep adem om zoveel mogelijk frisse lucht binnen te krijgen. Tara rommelt het sleuteltje uit het contact en veegt het zweet van haar voorhoofd. Els staat al naast haar met haar hand omhoog. "Sleutel!"