woensdag 15 februari 2012

Aflevering 15


"Ah joh, eentje nog?!" Els houdt de fles boven Tara's wijnglas. "Neem jij dat laatste druppie." Tara houdt geschrokken haar hand boven haar glas. "Nee, Els, ik wil echt niet." Els probeert haar hand weg te drukken, maar Tara houdt het tegen. Dan zakt Els terug op haar stoel. "Ik wil niet in mijn eentje drinken." Tara haalt haar schouders op. "Dan stop je toch lekker?" Els probeert Tara doordringend aan te kijken, maar dat lukt haar niet echt meer. Haar ogen schieten alle kanten op. "Mag je niet van de dokter?" Els moet lachen om haar eigen grapje. "Of van Jeroen?" Els moet nog harder lachen. Tara ergert zich. "We zijn niet allemaal van die drankorgels als jij!" Het duurt even voor deze aanval tot Els doordringt. "Hoe, hoe bedoel je?" "Dat jij altijd wel een reden kunt vinden om je op een hoop te zuipen." Els schudt haar hoofd en wijst priemend met een vinger naar Tara. "Dat, dat is onzin. Echt onzin! Ik hou van gezelligheid, da's alles." Ze staat onvast op. "En nu moet ik pissen."

"Waarom is Iris eigenlijk opeens naar buiten?" Karin vraagt het aan Sylvia, terwijl ze in de richting van een vervallen schuurtje lopen. Sylvia ontwijkt haar blik. "Ik weet het niet." Karin houdt haar tegen, draait haar naar zich toe. "Dat geloof ik echt niet. Jij weet altijd alles!" Sylvia schudt haar van zich af. Ze zucht. "En weet je dat ik daar helemaal doodziek van wordt." Als om dit te onderstrepen kotst ze onverwacht op de grond. Karin kijkt geschokt naar de spetters op haar nieuwe schoenen. Dan slaat ze beschermend haar arm om Sylvia heen. Ze blijven samen voorovergebogen staan. Karin veegt Sylvia's haren uit haar gezicht. Dit gebaar is te veel voor Sylvia en ze begint met grote schokken te huilen. Karin trekt haar tegen zich aan. "Kut hè?"

Iris wrijft over haar hoofd. Verbaasd kijkt ze naar haar hand die vochtig rood is van het bloed. "Niet goed." denkt ze, terwijl ze door haar knieën zakt. Waar is ze eigenlijk? Ze krijgt niet echt de tijd om na te denken, want vlak voor haar voeten knalt een dakpan met veel geweld op de stenen. Ze kijkt omhoog. Dit is niet zomaar een vervallen schuur. Dit is een schuur die op instorten staat! Ze kruipt uit de gevarenzone. Herman, er was iets met Herman. Maar wat?


Zo, dat lucht op. Els loopt voorzichtig van de w.c. richting de woonkamer. Dan hoort ze een bekend deuntje. Glimlachend wiebelt ze mee op de maat. Nu weet ze wat er miste in de woonkamer. Ze hebben muziek nodig om de sfeer een beetje te verhogen. Ze duwt de deur naar de kamer en het muziekje houdt op. Dan begint het weer. Het duurt even voor ze door heeft dat dat geluid van een mobieltje komt dat op de trap ligt. "Hallo?" Ze luistert. "Nee, die is weg...Weet niet. Kolder in haar kop ofzo. O.k. Doehoei!" De telefoon tutert totdat Els de tegenwoordigheid van geest heeft om de verbinding te verbreken. Vreemd, denkt ze. Wie zou Iris nou zo laat nog bellen? Ze loopt de kamer in. Tara zit gespannen op haar te wachten. "Ik ben, denk ik, zwanger." Els zit nog met het onderschepte telefoontje in haar hoofd en heeft daardoor moeite deze boodschap te interpreteren. "Oh." Tara staart naar het glas water in haar hand. "Jeroen weet het niet en volgens mij wil hij het ook helemaal niet." "Oh. Weet je wie ik net aan de telefoon had?" Tara kijkt haar verstoord aan. Komt zij met haar bekentenis, die ze de hele dag heeft opgespaard, wil Els het helemaal niet horen. "Els, hoor je wel wat ik zeg?" Els haalt haar schouders op. "Die wijn komt toch wel op." Nu springt Tara uit haar vel. "Wat?! Is dat het enige waar jij aan kunt denken?" Ze zijn er allebei even stil van. "Er belde een man voor Iris. Voor Iris! Misschien moet ik toch even helpen zoeken." Els loopt de kamer uit en trekt terwijl ze naar buiten loopt haar jas van de kapstok. Tara blijft verbijsterd achter.


woensdag 8 februari 2012

Aflevering 14


"Hoe bedoel je, je hebt zelf al besloten?" Iris heeft moeite om helder te denken na die hele fles wijn. Het irriteert haar dat Herman alweer belt. Ze zakt neer op de trap. "En wat vindt Marloes er dan eigenlijk van?" Marloes is de vrouw van Herman, de bedrogen echtgenote. Zou hij het haar dan al verteld hebben? Ze voelt dat ze overspoeld wordt door een golf van paniek. Dit was niet de bedoeling! Ze probeert sinds hij het haar verteld heeft uit alle macht afstand te nemen van Hem en nu trekt hij haar juist weer naar zich toe. Hoe kan ze zich zo in godsnaam staande houden? Als hij dit een maand geleden had gezegd, had ze zich gevleid, bevrijd, euforisch gevoeld. Dit was waar ze stiekem toch al die jaren op gehoopt had, al zei ze tegen zichzelf van niet.. Maar nu is het te laat. In plaats van ze leefden nog lang en gelukkig staat haar hen nu een korte lijdensweg te wachten. Dit wil ik niet, denkt ze. "Ja, ik ben er nog. Sorry, ik bel je." En ze drukt hem weg. Ze ijsbeert door het kleine gangetje. Ze legt haar telefoon op de trapt en wrijft met haar handen over haar gezicht, alsof ze daarmee de ellende als een masker af kan vegen. Dan neemt ze een besluit. Ze kan hier niet blijven staan; ze moet de frisse lucht in om te ontnuchteren. Ze trekt ze haar jas aan, schiet in haar laarzen en opent de deur. Een gure windvlaag duwt haar bijna omver. De regen klettert op het straatje van kinderkopjes. Ze trekt de deur hard achter zich dicht en verdwijnt in het noodweer.

"Wat was dat nou?" Sylvia kijkt op uit het verhitte gegiechel. "Die klap? Was dat de deur?" De anderen hebben geen idee waar ze het over heeft. "Ik ga wel even kijken." Ze schiet overeind, maar moet zich daarna aan de tafelrand vasthouden om niet om te kukelen. Els en Karin gieren het uit. Al hikkend zegt Karin: "Ik denk nog: ik geef ons even een zetje om los te komen van de kant." "Ja, ha, lekker, met dat gewicht van jou. Gingen we allebei koppie onder!" Els slaat een schouder om Karin heen. Karin duwt haar voorzichtig weg en gaat een beetje rechtop zitten. Tara staat op en tapt een glas water uit de kraan. Ze leunt vermoeid tegen het aanrecht. "Waar ga je naartoe?", vraagt ze aan Sylvia die de kamer weer in komt lopen met haar jas en haar schoenen aan. "Meisjes, dit is niet goed. Iris is weg." Karin zucht diep: "Even een luchtje scheppen zou voor mij ook wel wat zijn." Ze staat op om haar jas van de kapstok te pakken. "Ladies, maak je niet zo druk. Ze is vast zo weer terug," zegt Els. "Ja, laten we eerst even afwachten. We kunnen toch niet als een kip zonder kop buiten gaan lopen? Het is me een takkenweer" Tara moet er niet aan denken om naar buiten te gaan." Karin geeft Sylvia een arm. "Laat maar kletsen. To the rescue!" Samen strompelen ze naar de buitendeur. De wind rukt de deur bijna uit hun handen. Dat noem je nog eens uitwaaien! Maar ondanks wind en regen lopen ze toch naar buiten. "Iris, waar zit je?" roept Sylvia terwijl ze de deur achter zich dichttrekt. Tara kijkt naar Els. "En nu?"

Sylvia en Karin lopen een stukje de weg op. De wind raast om hun oren. Sylvia duikt dieper in haar jas. "Misschien is dit toch niet zo'n goed idee.". "Ach, kom op. We komen haar vanzelf wel tegen. Zo ver kan ze toch nog niet zijn." Karin neemt Sylvia bij de arm. "Iris!" "Iris!" Ze lopen in de richting van een boerderij. "Zie je dat? Daar in de verte? Dat zou ze best eens kunnen zijn." Sylvia stopt. "Ho, ik voel me ff niet zo goed." Ze bukt voorover, haalt diep adem. Dan ziet ze de schoenen van Karin. "Wat heb je nou toch aan? Dit zijn toch geen schoenen voor een zoekactie?" Karin kijkt naar haar rode schoenen met hoge hak. Ze haalt haar schouders op. Dan trekt ze Sylvia weer overeind. "Doorlopen!"

Iris duikt weg achter een vervallen schuurtje. Ze hoort de meisjes voorbij lopen en maakt zich zo klein mogelijk zodat ze haar niet kunnen zien. Het is natuurlijk ontzettend lief van ze, dat ze direct achter haar aan gaan, maar ze moet echt even alleen zijn. Zelf vechten tegen de storm, die ze net zo goed buiten als binnen zichzelf voelt. Ze voelt tevergeefs in haar zak naar haar telefoon. Des te beter, dan kan hij haar hier nu niet lastigvallen. Op dat moment voelt ze een harde klap op haar hoofd.