Iris vouwt haar paarse hemdje netjes strak op en stopt hem in haar
koffer. Naast het korte spijkerrokje, de zwarte legging en de bruine broek met
iets wijd uitlopende pijpen. Ze staat te dubben. Het is wel een heel donker
geheel zo. Toch ook nog maar dat bloesje met al die kleurtjes. Anders zeggen ze
weer dat ze zo’n somber type is. Wat ze natuurlijk ook is en ook al lang niet
meer kan verbergen voor de meisjes. Ze kennen elkaar inmiddels twintig jaar en
dan heb je geen geheimen meer. “Maar we doen alsof het niet zo is. We proberen
onszelf toch net weer een beetje beter voor te doen dan we zijn. En maken
onszelf wijs dat we continu veranderen en daardoor niet meer zo doorzichtig
zijn”, denkt ze. Niets van waar natuurlijk en ze doet met een zucht haar koffer
dicht. Het past allemaal maar net. Zo’n badjas neemt ook idioot veel ruimte in.
En ze weet niet eens of ze wel in de sauna wil. Haar buik zal afsteken tegen
die van Sylvia. Die is de laatste maanden weer enorm afgevallen. Iris niet
echt. Ze probeert haar schouders er over op te halen. Maar ze is jaloers op de
wilskracht van Sylvia. Bitchy denkt ze “Die vijftien kilo jojoot ze er zo weer
aan. En dan nog een beetje erbij, net als de vorige keer.”
De bel gaat. In
paniek kijkt Tara naar de klok. Ze zijn er nu toch nog niet? Ze moet de
ontbijtboel nog opruimen. En ze had zich ook nog zo voorgenomen om die was nog
even op te hangen. Kan ze Jeroen toch nog een beetje op gang helpen. Bovendien
is ze bang dat hij het vergeet. Net als de vorige keer, toen ze de was bij
thuiskomst in de wasmachine aantrof, waar ie het hele weekend schoon en nat in
was blijven liggen. Stinken dat het deed! Ze kon op dat moment wel janken. Die
mannen, daar kon je toch ook niks aan overlaten. Gelukkig, het is buurman maar.
Of zij zijn katten zou willen voeren, want hij gaat een weekend weg. Natuurlijk
zegt ze ja. Verbouwereerd staart ze naar de sleutel in haar hand. Hier zal
Jeroen niet blij mee zijn.
“Krijgt mama nog
een dikke kus?” Rick slaat zijn kleine armpjes stijf om Karin’s nek. Ontroerd
geeft Karin hem nog een knuffel en maakt hem dan kordaat los. “Over twee
nachtjes ben ik er weer. Zul je lief zijn?” Verdrietig knikt Rick. Dan hoort
hij zijn naam roepen en draait zich om. Op kleine, mollig beentjes rent hij
naar zijn vriendinnetje die van schuimblokken al een hele hut heeft gebouwd.
“Jullie boffen. Het wordt een heel zonnig weekend.”, zegt de leidster tegen
Karin, “Geniet ervan!” Karin forceert een glimlach. “Dat gaat wel lukken!”
“Mag ik echt niet
mee?” Sjaak streelt Els over haar blote taille. Een rilling trekt door haar
heen. Ze duwt zijn hand weg. “Dat kietelt. En nee. Dit is een meidenweekend. En
nu moet ik echt aankleden, want Tara wacht op mij.” Els staat op en vist een
Marlies Dekkers bh van een grote stapel kleren. Ze loopt naar de spiegel en
grimast erin. Ze plukt wat aan haar haar. “Denk erom. Jij haalt de jongens van
school, hè! Ik schaam me dood, dat we ze vorige week vergeten waren.” Sjaak
rekt zich ongegeneerd uit en krabt in zijn kruis. “Dat ruilen van de weekenden
vind ik ook niks. Ik raak ervan in de war.” Els gooit een t-shirt naar hem toe.
“Kom er eerst maar eens uit. Lui varken!” Sjaak vangt het shirt en gooit het
direct weer terug. “Ik ben een kunstenaar. Ik heb inspiratie nodig. En als mijn
muze er dan drie dagen vandoor gaat kan ik net zo goed in bed blijven liggen.”
Els trekt een lange felgekleurde trui over haar hoofd en plukt wat aan haar
spijkerbroek. “Als je de jongens maar haalt!”
Sylvia hobbelt
onrustig door de keuken. “Schiet nou op , jongens. De school begint zo!” Ze
geeft haar kinderen de schooltassen aan en geeft ze een snelle zoen. “Tot
zondag!” Sylvia loopt naar de trap. “Schat, ik ga afruimen!” Er komt geen
reactie. Sylvia loopt de trap op. Ze doet de deur van de werkkamer op een kier
en kijkt naar binnen. Chris ligt ontspannen in zijn bureaustoel te telefoneren.
Hij ziet haar niet. “Nee, ze is er het hele weekend niet, dus ik kan niet
zomaar weg…de kinderen zijn gewoon thuis…” “Schat?”, zegt Sylvia. Chris schiet
van schrik rechtop. Hij klikt snel zijn telefoontje weg. Sylvia trekt
verwonderd haar wenkbrauwen op. “ Ik wil alleen even zeggen dat er nog pizza’s
en een restje macaroni in de vriezer liggen.” Chris knort nors. Hij weet niet
waar hij moet kijken. “Wie had je eigenlijk aan de lijn?” vraagt ze onschuldig.
"Dat was Bas. Hij vroeg of ik mee ging spinnen
vanavond." Chris ontwijkt Sylvia's blik en kijkt naar de telefoon die op
zijn bureau ligt. Sylvia haalt diep adem om verder te vragen, maar dan klinkt
er een toeter. Ze zucht. Dat zal Iris zijn. Saved by the bell. "Nou, dag
schat, tot zondag dan maar." Ze buigt zich voorover en geeft Chris een
kus. "Veel plezier! En doe rustig met de rosé, hè?!" Sylvia knikt en
loopt naar de deur. Ze draait zich nog een keer om en geeft hem een kus in de
lucht. Sylvia trekt de deur achter zich dicht en schudt haar vermoedens van
zich af. Ze wil dit weekend gewoon lekker genieten. Wat haar man doet, moet hij
zelf maar even weten. Dan bedenkt ze zich en doet de deur weer open. Chris zit
nogal verkrampt in zijn stoel. Blijkbaar echt te wachten totdat ze vertrokken
is. Sylvia lacht smalend. "Je kunt ook altijd nog mijn moeder vragen om op
te passen. Vindt ze helemaal niet erg. Doeg." Ietwat verbouwereerd blijft
Chris achter.
Iris drukt
nogmaals op de bel. Hè, waar blijft ze nou? Ze kijkt door het keukenraam naar
binnen. Dan hoort ze iemand de trap afdenderen. Sylvia gooit de deur open.
"Ik pak mijn tassen, momentje." Sylvia loopt de huiskamer binnen en
roept ondertussen naar Iris. "Heb jij het adres?" Iris knikt
"Staat in mijn Tomtom. Zou ik nog even mogen plassen?" Sylvia komt
weer teruglopen. "Natuurlijk, ga je gang. Is de auto open? Dan zet ik vast
mijn spullen erin." Iris geeft Sylvia de autosleutel en duikt de w.c. in.
Daar hangt een grote foto van Sylvia, Chris en hun twee zonen, Joppe en Alex.
De foto is alweer een paar jaar oud. Joppe is nog maar een kleuter en Alex net
baby-af. Ze zien er zo gelukkig uit met zijn vieren. Sylvia moest eens weten.
Iris veegt af en trekt door. Ze botst bijna tegen Sylvia op als ze de deur
opendoet. Iris deinst een beetje terug. Als ze ergens niet tegen kan is het
tegen mensen die haar te dichtbij naderen. Soms lijkt het wel of dat alleen
maar erger wordt. Of misschien neemt ze zelf onderhand teveel ruimte in. Ze heeft
regelmatig angst om in deuropeningen te blijven steken. "Rijdt er verder
nog iemand mee?" vraagt Sylvia. "Nee, Els zou Tara ophalen en Karin
gaat liever zelf met de auto. Ze mochten haar eens nodig hebben op de
zaak." Sylvia schudt niet begrijpend haar hoofd. Er zijn toch belangrijker
zaken dan werken? Maar ja, zakenvrouw van de regio wordt je niet zomaar,
natuurlijk. Samen lopen ze naar Iris's auto, een zwarte Fort Ka, en stappen in.
Tara hangt de was
aan het wasrek. Ze heeft er de radio bij aangezet en neuriet een beetje mee met
Robbie Williams. Zo, alles hangt weer. Het huis ziet er weer netjes uit, de
vaatwasser is weer uit- en ingeruimd. Nu nog een briefje schrijven voor Jeroen.
Of toch maar even bellen? Ja, dat is wel zo snel. Ze pakt de telefoon en toetst
het 06 nummer in. Vreemd. Geen kiestoon. Jeroen heeft zijn telefoon altijd bij
zich in de vrachtwagen. Maar nee, dit ligt niet aan zijn mobieltje, maar aan de
huistelefoon. De batterij is gewoon weer leeg. Tara schudt er nog even mee,
maar nee...geen contact. En haar mobieltje zit stevig weggestopt in de
weekendtas. Toch maar een briefje, dan. Wil jij de kat van de buurman eten
geven? Er staat nog een restje pompoensoep in de koelkast (voor jou natuurlijk,
niet voor de kat.) Suc6 en tot zondag, dikke knuf, Taartje. Mooi, klaar!
Tevreden kijkt Tara nog een keer de kamer rond. Als ze naar buiten kijkt ziet
ze Els enthousiast zwaaien. Liever met haar mee, dan met Iris, denkt Tara. Veel
gezelliger. En ze voelt zich gelijk al schuldig.
Els maakt
aanstalten om bij Tara naar binnen te lopen, maar dan ziet ze dat die alles al
bij zich heeft. "Ben je er al klaar voor?", vraagt ze verbaasd. Tara
giechelt beschaamd. "Ik dacht dat je een uur eerder kwam en toen had ik
opeens tijd over!" Ze gooit haar weekendtas achterin de oude VW Kever.
"Halen we het hiermee wel tot in Limburg?" Els knikt van ja. "En
anders bellen we gewoon de Wegenwacht, toch?! Weet jij waar we naartoe
moeten?" Tara schrikt. "Even wachten." Ze rent weer naar binnen
en komt even later met een verkreukelde routebeschrijving met koffievlekken
erop weer terug. Ze stapt naast Els in de auto. "Vooruit dan maar!"
Karin stapt in haar zilveren Audi. Zo gauw ze de auto start gaat
de telefoon. Ze steekt nog even haar hand op naar de crèche, alsof Rick dat nog
zou kunnen zien. "Ja, ik ben er weer. Ik had je gebeld over die
oplevering? Kunnen we er op rekenen dat de modellen op tijd binnen zijn?"
Karin voegt haar auto moeiteloos tussen het drukke verkeer. Multitasken is her
middle name, zullen we maar zeggen. Want ondertussen checkt ze haar make-up in
de spiegel, stelt ze haar route in en zoekt ze naar een snoepje in haar tas.
"Nou, daar gaan we dan maar vanuit. Ik zit trouwens zo in bespreking.
Mocht er nieuws zijn dan sms je maar even." Karin drukt de telefoon uit.
"Over vierhonderd meter rechts aanhouden." Even opletten nu, dit is
altijd een lastig punt. Voor je het weet rijdt ze per ongeluk die tunnel weer
in. Hoe zat het ook alweer met iedereen? Het is echt al maanden geleden dat ze
de meisjes heeft gesproken en eigenlijk heeft ze niet zoveel zin om met ze weg
te gaan. Ze heeft teveel aan haar hoofd. Zóveel, dat ze het liefste de
weekenden doorwerkt. En dan is ze soms zo moe dat ze elke vraag van Rick al als
gejengel hoort. Het is maar goed dat Jacob thuis de boel draaiende houdt. Ze
zou het er echt niet bij willen en kunnen hebben. Ze rijdt haar auto de
parkeerplaats van het ziekenhuis op. Ze zwaait haar tas om haar schouder en
sluit met een bliebblieb de auto af. Dan loopt ze, kin omhoog, naar de
draaideur. Dit is altijd het moeilijkste moment: als ze haar mobieltje uit moet
zetten. Haar werk geeft haar het gevoel dat ze onmisbaar is.
“Lekker hè? Een
heel weekend zo met elkaar.” Sylvia zucht gelukzalig. Ze rommelt in haar tas en
haalt een sultana tevoorschijn. “Jij ook?” Iris schudt haar hoofd. “Ik voel
mijn ontbijt nog zitten." Iris's maag rammelt, Sylvia hoort het ook.
"Echt niet?", vraagt Sylvia. "Nee", zegt Iris kortaf. Ze
kijkt strak naar de weg. Sylvia haalt haar schouders op. Straks misschien. Ze
kijkt naar buiten. In de verte hangen donkere wolken. Het is toch te hopen dat
ze het droog houden. Samen met Tara heeft ze een heel programma in elkaar
gedraaid en dat ziet ze liever niet in het water vallen. “Die blind date van
pas, is dat eigenlijk nog wat geworden?” Iris ontspant zich. Ze glimlacht.
“Misschien als ik blind was geweest…” Sylvia gaat rechter op zitten voor een
smeuïg verhaal. Iris maakt een afwijzend gebaar. “Het was zo'n enge man.
Minstens vijftien jaar ouder dan hij had gezegd. Kaal, dik en hij verwachtte
ook nog dat ik de rekening zou betalen. Toen waren we snel uitgepraat. Nee,
voorlopig heb ik mijn buik vol van die dating sites. En hoe gaat het bij
jullie?” Iris kijkt met haar priemende blik Sylvia aan. Die probeert haar aan te
blijven kijken, maar wendt na een paar seconden toch haar hoofd af. Sylvia
voelt een blos optrekken vanuit haar nek. “Oh, prima. Ook druk.” Iris kijkt
haar onderzoekend aan, maar doet er dan, voorlopig, het zwijgen toe.
"Krijg nou
wat. Dat is toch de auto van Iris?" Els wijst naar de Ford Ka die ze net
inhalen. Tara kijkt en ziet Iris en Sylvia allebei strak voor zich uit kijken.
Vroeger konden die twee het zo goed met elkaar vinden. Zij zijn ooit begonnen
met het regelen van de meidenweekendjes. Maar vorig jaar was het juist vanwege
hen dat het bijna uit de hand liep. Ze zullen wel teveel uit elkaar gegroeid
zijn. Sylvia met haar drukke gezin en Iris met... Ja, met wat eigenlijk? Els
toetert. Iris en Sylvia schrikken op uit hun overpeinzingen. Iris kijkt eerst
geïrriteerd opzij, maar als ze Els en Tara enthousiast ziet zwaaien moet ze
lachen en zwaait ze terug. Sylvia lijkt blij met de afleiding en doet net zo
enthousiast mee. Els blijft even naast Iris rijden, tot er achter haar een boze
toeter klinkt. Dan geeft ze een flinke dot gas. Tara blijft zwaaiend achterom
kijken. "Tot zo!". "Nou, dat zag er gezellig uit," flapt
Els er uit. Tara knikt. Ze dacht precies hetzelfde. Els haalt een papieren
zakje tevoorschijn met Mozart Kügeln erin. "Vorige week gehaald in Wenen.
Sjaak moest een presentatie geven en besloot 's morgens opeens dat ik wel mee
kon. En toen stonden zijn kinderen 's middags voor een dichte deur." Tara
kijkt haar ongelovig aan. "Dat meen je niet. En toen?" Els haalt haar
schouders op. "De buurvrouw was thuis dus die heeft ze opgevangen en Sjaak
gebeld. Na wat gesteggel konden ze daarna naar hun moeder." Tara's mond
valt open. "Ben je niet gelijk teruggekomen dan?” Els kijkt Tara aan.
"Hoezo? Het kwam toch allemaal weer op z’n pootjes terecht? Nee, we hadden
’t net zo gezellig samen." Els geeft Tara een ondeugende knipoog. Tara
schudt haar hoofd en kijkt stil voor zich uit. Kon zij dat maar. Zoiets direct
loslaten. Zij maakt zich nu alweer druk om de kat van de buren.
Karin drukt op de bel bij de balie van radiologie. Ze blijft het
een merkwaardige naam vinden: radiologie. Vroeger dacht ze dat het iets met
radio’s te maken had. De geschiedenis van de radio, of de techniek van
radiogolven. Maar nee, hier is in geen velden of wegen de afleiding van de
radio te bekennen. Geen Giel, geen BNR, zelfs geen SkyRadio (thank god!).
Daarom zitten er verschillende mensen met hun iPod op in de wachtkamer waar ze
naartoe wordt verwezen. Ze knikt naar niemand in het bijzonder en houdt haar
tas angstvallig voor haar borsten als ze gaat zitten. Alsof ze ze nog even wil
beschermen. Ongewild heeft ze toch even op internet gecheckt hoe dat nu zit met
zo’n mammografie. Daar werd ze nu ook weer niet echt vrolijk van. Natuurlijk is
er bij haar niets aan de hand. De huisarts vond het eigenlijk al niet echt
nodig dat ze naar het ziekenhuis ging. Maar ja, ze is ook zo moe en soms doet
het gewoon echt zeer. Ze zucht en pakt dan een Libelle van de stapel.
"Nou, hier
is het dan.” Els zegt het heel triomfantelijk, alsof zij het boerderijtje waar
ze voor staan eigenhandig heeft opgebouwd. Ze lacht naar Tara en houdt haar
hand op voor een high five. Tara knikt tevreden en slaat met volle overtuiging
mis, waardoor ze bovenop Els terecht komt. Het is even schrikken, maar dan
barsten ze samen in een enorme lachbui uit. Els geeft Tara een spontane
knuffel. “Mens, wat ben je toch lekker onhandig. Kom. We gaan de wijnvoorraad
inspecteren!” Ze stappen uit. Dit is hun thuis voor een weekend. Een sfeervolle
verbouwde boerderij middenin de polder. De huissleutel zit gewoon in het slot.
Els kan het niet geloven. “Kom daar bij ons maar eens om.” Ze laat aan Tara de
eer om de sleutel omdraaien, tenslotte heeft zij dit meidenweekend geregeld.
Samen met Sylvia, weliswaar, maar die zit nog te kniezen bij Iris in de auto.
Els kan haar nieuwsgierigheid niet bedwingen en glipt alsnog als eerste over de
drempel. “Wow! Moet je die open haard zien!” Els loopt enthousiast van kamer
naar kamer. “En een sauna voor onszelf! Zullen we gelijk?” Tara loopt nog met
de sleutels in haar hand. Wat zal ze doen? Aan de kapstok hangen? In haar
jaszak stoppen? Op de bar leggen? Ze twijfelt. Het maakt niet zoveel uit, als
ze maar niet meer vergeet waar ze ze gelaten heeft. Ze legt de huissleutels op
de bar in de keuken en loopt dan Els achterna.
“Gaat het
allemaal wel? Zal ik het even overnemen?” Sylvia kijkt bezorgd naar Iris. Die
heeft ze het afgelopen uur in de auto steeds witter zien worden. En ze zegt ook
zo weinig. En dat terwijl Sylvia graag wat bij haar zou willen checken. Iris is
degene die het minst emotioneel reageert als het om liefdesperikelen gaat.
Sylvia heeft het idee dat zij haar wel wat wijze raad zou kunnen geven of juist
wat geruststelling. Want natuurlijk verbeeldt zij het zich maar dat Chris een
ander heeft. Hij heeft het gewoon druk op zijn werk. En zij is thuis ook niet
altijd even gezellig als hij een keer wel mee komt eten. Dan is het ook wel
begrijpelijk dat hij niet zo’n moeite doet om om zes uur thuis te zijn.
Waarschijnlijk is zij alleen maar jaloers op zijn leven naast zijn gezin. En
wordt het gewoon tijd dat ze zelf weer eens wat buiten de deur gaat doen. Maar
ja, Iris zegt zo weinig. En om er dan zomaar plompverloren over te beginnen.
“Nou, graag, als je dat zou willen doen…” Sylvia schrikt als ze Iris’s gezicht
ziet. Zo afgepeigerd. Raar hoor, waar zou zij nou zo moe van kunnen zijn? En
wat had ze ook alweer aangeboden? Oh, ja, rijden. Shit. “Ja, natuurlijk, houd
je het vol tot dat wegrestaurant?”
En zo zit Sylvia plotseling achter het stuur. Dat had ze nou van
Iris nooit gedacht. Dat die haar zomaar zou laten rijden. Ze is altijd zo
zuinig op haar spullen. Bang dat dingen vies worden, of kapot gaan. Nou ja, het
is weer eens wat anders. Chris laat haar ook nooit rijden als ze op vakantie
gaan. Lange stukken is ze dus helemaal niet gewend, maar nu is het nog maar een
half uurtje volgens het navigatiesysteem. Ze kijkt bezorgd naar Iris. Die heeft
uiteindelijk toch maar een sultana van haar aangepakt en hem heel langzaam
opgeknabbeld. Opgelost in de koffie van het tankstation. En nu is ze in slaap
gevallen. Ze werkt ook veel te hard. En maar zo alleen, dat houdt toch geen
vrouw vol. Of zou ze onderhand toch…Nee, dan hadden ze dat al lang geweten.
Iris houdt
angstvallig haar ogen dicht. De moederlijke blik van Sylvia begint haar
behoorlijk te benauwen. Ze bleef ook maar vragen of het wel ging enzo. “Nee!”,
wilde ze schreeuwen. Het gaat helemaal niet. Ik ga de liefde van mijn leven
verliezen en ik kan het met niemand delen. Ze had gehoopt dat ze dit weekend
wat afstand zou kunnen nemen, maar in plaats daarvan denkt ze aan niets anders
meer. Ze is boos, zo boos! Op hem, omdat hij er tussenuit knijpt. Op zijn
vrouw, omdat zij tot het einde toe bij hem is. Op zijn kinderen, omdat iedereen
met hen mee zal leven. En op zichzelf. Vooral op zichzelf, omdat zij het zo ver
heeft laten komen. Ze heeft nooit het plan gehad verliefd te worden op een
getrouwde man. Nooit. Ze veroordeelde die “andere vrouwen” net zo hard als haar
vriendinnen het nu ook nog doen. Maar het gebeurde gewoon. En het ging niet
over. En hij kon niet kiezen en zij kon de knoop niet doorhakken. En nu zit ze
in deze kloterige kutsituatie. Het is voorbij en het was niet aan haar om dat
te beslissen. Een traan glijdt geluidloos langs haar wang naar beneden en
blijft aan haar kin bungelen. Snel veegt ze hem weg, voordat Sylvia hem kan
zien.
Karin staat in
een schemerige ruimte met allemaal kille, metalen apparaten. “Komt u maar,
hoor. Nog even een stapje naar voren.” De verpleegkundige lacht vriendelijk
naar haar. “Als u dan hier uw linkerborst oplegt. Ja, een beetje draaien, zodat
uw buik niet in de weg zit. En dan bij dit handvat vasthouden.” Karin wringt
zich in allerlei bochten. Ze is blij dat ze nog geen tachtig is. Hoe doen die
mensen dat in godsnaam? “Ja, dan komt dit naar beneden. Het zal een beetje
knellen, maar dat duurt maar heel even.” Karin bestudeert de handelingen van de
verpleegkundige eens goed. Best interessant werk. En een heel precies
karweitje. Haar borst wordt gemodelleerd alsof het een homp klei is. Of nee,
eerder een stuk biefstuk dat gefotografeerd wordt voor een kookblad. Belichting
goed? Niet teveel vetranden? Kleur? Nou, dat kan achteraf nog worden
bijgewerkt. De blonde vrouw van, wat zou ze zijn? 53?, knikt. Ja, zo is het
goed. Ze stapt naar achteren en drukt op een knop. Na een schelle piep schiet
de druk van Karin’s borst. Ze zucht. Dat viel erg mee. Dan zal de uitslag vast
ook wel meevallen. Een spiraaltje laten zetten is tig keer erger, dat weet
Karin wel. Nu de andere borst nog. Voor het vergelijk. Even later zit ze alweer
in de wachtkamer haar agenda bij te werken. En zichzelf te verbazen over de
serene rust die over haar komt. Ze voelt zich in ieder geval nog geen patiënt,
meer een soort deelnemer aan een of ander informatief populair wetenschappelijk
programma. Het is toch een wonder dat dit tegenwoordig allemaal kan. “Mevrouw
Schuttemaker, wilt u nog even komen? De dokter wil nog even een echo maken.”
Karin schrikt. Zou er dan toch iets zijn?
En weer moet ze zich uitkleden in dat akelig kleine hokje; niet
echt efficiënt zo. Ze voelt zich wat minder relaxt dan een kwartier geleden.
Waarom zouden ze haar weer terug geroepen hebben. Is er dan toch iets niet
goed? Er wordt op het deurtje geklopt. “Bent u klaar, mevrouw?” Ja, haar buste
is zo bloot als maar zijn kan, dus dat zal dan wel. Opeens is ze heel wat
minder tevreden over haar lijf. Het lubbert en bladdert. Dat lubberen daar is
zelfs met fanatiek sporten niets meer aan te doen. En tegen dat bladderen
blijft ze maar trouw elke ochtend en avond smeren. Gedachteloos of juist met
zorgen over de afgelopen dag. Het is haar rustpuntje voor ze het bed in duikt,
maar ze gebruikt het niet om haar lichaam beter te leren kennen. Dat knobbeltje
ontdekte ze bij toeval. Ze was in de poort met volle vaart op haar buurjongen
geknald. Die ene keer dat ze eens de fiets pakte werd ze gelijk getroffen door
het stuur. Het deed zo’n pijn dat ze haar tranen moest wegslikken. En toen
kreeg ze een blauwe plek op haar linkerborst die nog lang pijn bleef doen. Ze
duwde erop en voelde toen iets raars. En nu stapt ze hier voor de tweede maal
het hokje uit.
Ze duwt het
deurtje open en loopt aarzelend met blote borsten de behandelkamer in. Tot nu
toe heeft haar lichaam haar nog nooit in de steek gelaten, dus waarom zou dat
nu dan wel zo zijn? “Komt u maar. De dokter komt zo bij u.” Karin gaat op de
onderzoeksstoel liggen. Het papier kraakt onder haar billen. De verpleegkundige
of radiologe, wat zou ze zijn?, komt bij haar op een kruk zitten. “Hij heeft
even een spoedje, maar komt er zo aan.” Ja, ja, knikt Karin. De vrouw blijft bij
haar zitten wachten. Om haar hand vast te houden als het slecht nieuws is?
“Werkt u hier al lang?” vraagt Karin dan maar met haar vriendelijkste
niets-aan-de-hand-glimlach.
Sylvia zet de
radio een beetje harder en neuriet zachtjes mee. Dan kan wel even, want Iris
slaapt. Eigenlijk heeft dat autorijden wel wat. Het is bijna jammer dat ze er
over tien minuten al zijn. Naast Chris is ze altijd zo nerveus. Komt ook omdat
de kinderen dan vaak achter haar zitten te klieren. Vroeger was het anders.
Toen vond ze het heerlijk om samen weg te gaan met de auto. En maar eindeloos
praten over van alles en nog wat. Filosoferen over later, over alle verre
reizen die ze nog zouden maken. Nu heerst er vaak een ijzige stilte. De kilte
slaat Sylvia ineens om het hart. “Je moet weg, zolang het nog kan!” roept een
stemmetje. “Je gaat gewoon niet meer terug na dit weekend. Moet hij maar eens
zien hoe hij het redt met de kinderen.” Sylvia slikt. Waar komt dat opstandige
gevoel nu ineens vandaan? Het zweet breekt haar uit. Plotseling beseft ze hoe
zat ze het allemaal is. Het zorgen voor, het denken aan, het anticiperen op. Ze
wil haar eigen leven weer terug! “Sylvia?” Geschrokken kijkt Sylvia opzij. Zou
Iris haar gedachten hebben kunnen lezen? “We zijn net de afslag voorbij gereden.”
“Zeventig graden,
dat lijkt mij genoeg. Weet je zeker dat je niet mee doet?” Els staat in haar
badjas voor Tara’s neus. Verstrooid schudt die haar hoofd. Haar telefoon piept
in haar tas. Ze graaft ernaar, maar ze kan hem niet vinden. Els stapt de sauna
in. “Oh ja, als ik er over een half uur niet uit ben wil je dan de ambulance
bellen?” Tara humt alsof ze het gehoord heeft, maar kijkt intussen op haar
display. Eén bericht. Ze loopt met haar telefoon de huiskamer in. Daar is het
inmiddels lekker opgewarmd. Els heeft niet alleen de sauna, maar ook de open
haard aan de gang gekregen. Hoe doet ze dat toch allemaal? Tara opent het
bericht: “Ik ben met de mannen naar Amsterdam. Maandag weer thuis.” Tara fronst
haar wenkbrauwen, haalt dan haar schouders op. Zij is er toch niet, dus wat
maakt het uit. Ze vist een grote handdoek uit haar tas en loopt naar de sauna.
Dan bedenkt ze zich ineens iets: De kat van de buren!
"Maar meisje, wat is er nou toch?" Tara is helemaal over
de rooie de sauna ingestapt. "Ik moet gelijk naar huis. Nu! Anders gaat ie
straks dood..." Els probeert te begrijpen wat er aan de hand is.
"Tara , doe even rustig. Wie gaat er dood? Is er iets met Jeroen?!"
Tara schudt driftig van nee. Mijn god, als ze al niet eens de verantwoordelijkheid
voor een kat aan kan, hoe moet dat dan met een kind? Ze krijgt het Spaans
benauwd. De hitte van de sauna zorgt duidelijk niet voor ontspanning in haar
geval. Els staat op, legt een arm om haar schouder en duwt haar het hete hok
uit. "Zo, blijf maar ademen. Rustig in en nog rustiger weer uit. Rustig,
rústig." Els voelt de neiging opkomen om Tara een klap te verkopen. Mens,
maak je toch niet zo druk, denkt ze bij zichzelf. De neiging alleen al lijkt
voldoende voor Tara om weer een beetje tot zichzelf te komen. "Ja, zo is
het goed." Els krijgt Tara min of meer gekalmeerd en maakt van de
gelegenheid gebruik om even haar handdoek van de saunabank te trekken. Ze slaat
'm provisorisch om zich heen en loopt dan met Tara de kamer binnen. "Kom
maar. Dan gaan we even rustig op de bank zitten en kun je het me op je gemak
vertellen wat er nu zo erg is." Tara weet het even niet meer. Ze haalt
zuchtend haar schouders op en kijkt als een angstig zwerfhondje naar Els.
"Toe maar." Tara knikt en haalt nog eens diep adem. "De kat van
de buren is alleen thuis. Ik dacht dat Jeroen dit weekend wel voor 'm kon
zorgen. Maar die is 'm ineens gepeerd met zijn vrienden..." Tara schiet
weer in de paniek. "Hoe moet dat nou?!" "Sst, dat komt allemaal
wel goed." Els trekt Tara tegen zich aan en aait over haar haar. "Je
zult het zien, er is altijd wel een oplossing."
Els en Tara zijn
zo in elkaar verdiept op de bank dat ze de buitendeur niet horen opengaan.
Plotseling staan Sylvia en Iris in de deuropening. "Hallo, daar zijn we
dan!", roept Sylvia opgewekt. Dan ziet ze Els op de bank. Haar handdoek is
afgezakt, zodat Sylvia en Iris recht tegen haar borsten aankijken. Tara leunt
tegen Els aan. "Wat is hier aan de hand?", vraagt Sylvia. Dan komt
Tara overeind. Ze ziet er ellendig uit met vlekken in haar gezicht en een
snottebel die ze driftig probeert weg te snuiven en vegen. Sylvia loopt snel
naar haar toe. "Meid, wat is er?" Iris gebaart intussen naar Els dat
ze haar handdoek even op moet trekken. Els trekt haar wenkbrauwen op, omdat ze
eerst niet begrijpt wat Iris bedoelt. Dan grijnst ze en schudt even overdreven
met haar borsten voor ze de handdoek omhoog trekt. "Zie je wel, Tara,
alles komt goed. Sylvia is er al en die weet altijd een oplossing." Zegt
Els, terwijl ze zich los maakt van Tara en de bank en opstaat. "Ik ga me
even afdouchen. Of zal ik mijn saunaronde afmaken? Ik was zo lekker
bezig." vraagt ze zich hardop af. Ze loopt langs Iris en kust haar ter
verwelkoming. "Hai schat, hoe is ie?" Iris kijkt haar vragend aan.
"Oh, dat was weer zo'n Tara dingetje," fluistert Els, "Storm in
een glas water. Ga je mee?" Els neemt Iris mee op sleeptouw de gang in.
"Is er niet
een andere buurman of -vrouw die je kan bellen?" Sylvia troost Tara, maar
ondertussen begint ze een patroon te herkennen. Waarom is zij degene die hier
nu weer zit? Els was toch bezig? Maar nee, Sylvia, dat is het moederlijke type,
die altijd een oplossing weet. Een snoepje, een knuffel of een kusje tegen de
pijn. En als ze niet uitkijkt mag ze ook nog ieders problemen oplossen. Dat
wordt natuurlijk niet letterlijk tegen haar gezegd, maar het is ondertussen wel
een ingesloten gewoonte geworden. Onderweg in de auto dacht ze even dat weggaan
bij Chris de oplossing was voor al haar problemen. Maar nu blijkt het toch wat
gecompliceerder te zijn. Het is niet alleen binnen haar gezin dat zij de boel
mag soppen, de dingetjes mag regelen en de traantjes mag drogen. Ook bij haar
vriendinnen krijgt ze steevast de moederrol toebedeeld. Is dit wel wat ze wil?
Nee! Ze moet er nu voor eens en voor altijd maar eens mee stoppen. Klaar, over,
uit. "Nu je het zegt," peinst Tara, terwijl ze haar gezicht met haar
mouw afveegt. "Volgens mij heeft Marit ook een sleutel van zijn huis.
Misschien...zou zij het wel willen doen?" Sylvia zucht opgelucht. Dan laat
ze Tara los, duwt haar zelfs een beetje opzij en gaat rechtop zitten.
"Goed zo, ga dat dan maar even regelen." Sylvia staat kordaat op van
de bank, veegt wat onzichtbare kruimels van haar broek en loopt naar de deur,
Tara in opperste verwarring achterlatend.
Tara weet niet wat haar overkomt. Wat zou er met Sylvia aan de
hand zijn? Ze kijkt haar vriendin na die de tuindeuren opent en naar buiten
loopt. Zou het aan haar liggen. “Syl, wat is er nou?” Maar Sylvia is op de
tuinbank gaan zitten met de rug naar het huis toe. Pieppiep, pieppiep. Tara
schrikt op uit haar overpeinzingen en staart naar de telefoon die op tafel ligt
te trillen. Het is niet haar telefoon, maar omdat ie zo knipperend naar haar
blijft lonken pakt ze hem op en leest het sms bericht. “maandag 9 uur, 50
ruggen.”. Verbaasd trekt Tara haar wenkbrauwen op. Wiens mobieltje is dat? Ze
hoort gerammel bij de deur en legt betrapt de mobiel snel weer terug. Dan pakt
ze een tijdschrift van de salontafel en krult zich als een kat op op de bank.
Ze probeert te lezen over de outfits van sterren op de rode loper, maar
ondertussen glijden haar ogen af naar het mobieltje op de tafel. Oh, ja, even
Marit bellen. Zou ze het toch weer bijna vergeten zijn.
Karin aarzelt
voor de deur van de boerderij. De hele weg hier naartoe heeft ze getwijfeld.
Uiteindelijk vond ze het moeilijker om terug naar huis te gaan en zich weer in
het werk onder te dompelen dan gewoon maar door te rijden. En nu staat ze dus
voor de deur en heeft ze nog één kans. Ze kan alsnog terugrijden en afbellen.
Iedereen weet dat ze het druk heeft en dat er altijd wat tussen kan komen. Ze
zucht moedeloos. Ze heeft echt geen zin om iedereen nu onder ogen te komen.
Maar dan hoort ze haar naam roepen en ziet ze Sylvia in de tuin. Als Sylvia
enthousiast naar haar zwaait moet ze wel terugzwaaien. Moment voorbij, zucht
Karin in zichzelf. “De deur is open, hoor”, roept Sylvia. Karin verbaasd zich
erover dat Sylvia geen aanstalten maakt om naar Karin toe te lopen, maar in
plaats daarvan op een tuinbank onder de eikenboom blijft zitten. Karin rammelt
aan de deurkruk en ja…dan staat ze opeens binnen in een klein halletje. Rechts
een houten trap naar boven, links een kapstok en een deur en recht voor zich
een andere deur. Eén van deze deuren leidt naar de woonkamer. Als Sylvia al is
gearriveerd dan zullen de anderen vast ook wel al binnen zitten. Ze hoort ze
nog niet, dat is wel vreemd. Een grote berg weekendtassen scheidt haar van de
rest van het huis. Het is een levensgrote drempel die ze over moet. Blijkbaar
heeft nog niemand een slaapkamer uitgezocht. Dat brengt haar op een idee. Ze
slaat haar tas stevig om haar schouder en sluipt de trap op.
Iris en Els
zitten samen in de sauna. Els vertelt met grote woorden en gebaren over Tara’s
wereldprobleem. “Dus het ging alleen maar over een kat?”, vraagt Iris ongelovig
aan Els. “Wat een heisa!” Els knikt. “Ja, je weet hoe ze is. Ze kan nu eenmaal
geen nee zeggen en nu zit ze met de gebakken peren. Ik wed dat ze Jeroen weer
van alles de schuld geeft. Maar mag hij ook even lekker weg? Die gozer rijdt
heel Europa door.” Els wrijft gedachteloos met haar hand over haar gladde,
bruine benen. Zelfs haar kruis is helemaal glad geschoren. Iris kijkt stiekem
mee en kruist dan beschaamd haar armen voor haar buik en schaamhaar. Had ze nou
haar andere handdoek ook alvast maar gepakt. Wat moet Els wel niet van haar
denken. Gek dat ze daar bij hem nou nooit last van heeft. Op de één of andere
manier kan ze met hem helemaal zichzelf zijn. “Dat lijkt mij trouwens ook wel
wat.” Iris kijkt haar niet begrijpend aan. “Ja, op zo’n grote vrachtwagen…Vlam
in de pijp enzo.” Els glundert bij het idee alleen al. “Jij?
Vrachtwagenchauffeur? Dat is echt niks voor jou!” Iris schudt haar hoofd.
“Waarom niet? Zo vrij als een vogeltje…”, zegt Els dromerig. Iris schampert
“Ja, vroeger misschien. Tegenwoordig is het één grote Big Brother show, met
begrenzers en tachografen. Is net wat voor jou, al die regeltjes. Nee, blijf
jij maar lekker kleien.” Els geeft haar semiverontwaardigd een duw. “Kleien?
Kunst maak ik! Met een grote K!” Ze glimlachen naar elkaar. En Iris merkt dat
ze zich ontspant. Misschien wordt het toch nog wel gezellig.
“Ik ga lekker afdouchen en jij?” Els staat op, stapt in haar
gebloemde teenslippers en slaat haar badlaken om zich heen. Ze kijkt Iris
peinzend aan. Er is iets met haar, maar wat? “Ja, ik kom ook.” Iris komt snel
overeind. Te snel, waarschijnlijk want ze zakt in elkaar. Els weet haar net op
tijd op te vangen voor Iris haar hoofd tegen de houten bank stoot. Met moeite
sleept Els haar uit de sauna. Pfff, wat een gevaarte. Ze pakt een handdoek en
legt Iris er voorzichtig op neer. Wat nu, denkt Els. Dit is de tweede vandaag
die ik op moet vangen. Hè, vervelend dat Sylvia niet in de buurt is. Misschien
moet ze toch maar even iemand gaan halen. Maar ze kan Iris ook niet zo laten
liggen. Els wordt er ongedurig van. Hoe moet ze dit nu weer oplossen. Maar
wacht, Iris knippert alweer met haar ogen en probeert overeind te komen. Els
helpt haar een beetje. Iris kijkt haar beschaamd aan. “Ik..eh..sorry…” “Rustig
nou maar. Je ging gewoon even “out”. Niks aan de hand. Toch?” Iris schudt haar
hoofd. "Nee, hoor, het gaat wel."“Goed zo. Blijf maar rustig zitten.
Ik ga even kijken of ik Sylvia kan vinden.” Els loopt weg, met haar badhanddoek
omgeslagen. Iris trekt rillend haar handdoek zo goed mogelijk om zich heen.
“Hé? Ik dacht dat
Syl bij jou zat.” Els komt vastberaden de knusse huiskamer inlopen. Tara kijkt
op en schudt haar hoofd. “Nee, ze liep zonder iets te zeggen naar buiten. Ik
weet niet wat er met haar aan de hand was, maar het was erg unlike Sylvia. Is
die soms van jou?” Tara pakt het mobieltje van de tafel en reikt het naar Els.
“Ja, dat klopt” zegt Els en ze pakt het van Tara aan. “Hoezo?” “Oh, je kreeg
net een sms-je,” zegt Tara quasi nonchalant, terwijl ze weer in haar
tijdschrift duikt. Nieuwsgierig opent Els het bericht. Haar gezicht vertrekt
even als ze het leest. Tara kijkt nieuwsgierig naar haar. "Els, gaat het
wel goed?" Els knikt. “Dus ze is buiten?,” vraagt ze. Tara knikt. Els
loopt naar de tuindeuren. Tara kijkt haar ongerust na.
Sylvia zit in het
zonnetje te genieten in de tuin. Nu even niks, denkt ze. Maar de rust is van
korte duur. “Joehoe, Syl, weer een gevalletje Eerste Hulp bij Ongelukkige
Vrouwen.” Wat nu weer, denkt Sylvia en ze kijkt geïrriteerd strak voor zich
uit. Ze weet onderhand wel dat je Els niet kunt negeren, maar ze kan het
natuurlijk altijd proberen. “Gaat het allemaal wel goed met je? Je zit hier zo
allenig?” “Ja, en dat wilde ik graag even zo houden, als je het niet erg
vindt.” Het komt er bitser uit dan ze bedoelde. “Nou, zeg, relax een beetje.
Iris is net onderuit gegaan in de sauna. Misschien zou je even bij haar kunnen
kijken.” Els zakt neer op de bank naar Sylvia. Klaarblijkelijk met het
voornemen om daar zelf even te blijven zitten. Even voelt Sylvia de neiging om
op te staan en het gewonde kind te hulp te schieten, maar met uiterste
wilskracht weet ze die neiging te bedwingen. “Oh,” zegt ze en kijkt weer voor
zich uit. “Is ze alweer bij? Ja? Misselijk? Bloed? Nee? Dan valt het allemaal
wel mee.” Ze richt haar aandacht volledig op een vlieg die vlak voor haar neus
gewelddadig wordt ingekapseld door een joekel van een kruisspin. “Het kan
altijd erger,” zegt Sylvia droog. Verrast kijkt Els naar haar. Dan begint ze te
grinniken en vervolgens te schateren. De lach van Els is zo aanstekelijk dat
Sylvia vanzelf mee gaat doen. Ze lachen zo hard, dat Tara nieuwsgierig de
tuindeuren opent en naar buiten kijkt. “Meiden, ik heb koffie!” roept ze.
Karin luistert naar de schaterende lach die van buiten komt. Ze
duwt een kussen over haar hoofd om het even niet te horen. Ze is met kleren en
al op één van de bedden gaan liggen. Zelfs haar schoenen heeft ze nog aan.
Schoenen die ze vorige week in een opwelling heeft gekocht. Met een veel te
hoge hak, dat was erg wennen met autorijden, en in een voor haar doen
opzichtige kleur rood. “Wat heb jij nou aan?” had Jacob complimenteus tegen
haar gezegd. Eigenlijk had ze al spijt van de aankoop toen ze ermee door de
winkelstraat naar haar auto liep. Maar nu, na die opmerking van haar geliefde,
weet ze zeker dat ze ze houdt en dat ze ze zoveel mogelijk gaat dragen. Het
zijn haar schoenen van voor ze het knobbeltje ontdekte, van voor haar bezoek
aan de huisarts en de doorverwijzing naar het ziekenhuis. Ze zal ze het hele
weekend dragen: bos, stad, stappen, tot de blaren op haar voeten staan. Jacob weet
het trouwens niet, van haar toetreding tot de medische molen. Hij denkt dat ze
gewoon druk is met haar werk, in besprekingen zit met klanten of
toeleveranciers. Ze had het gelijk moeten zeggen toen ze het plekje in haar
borst voelde, maar ze wilde hem niet ongerust maken. En ze kan het nu toch ook
niet zomaar over de telefoon doen? Bovendien weet ze nog steeds niets. Pas na
dat onderzoek van volgende week wordt duidelijk of ze getroffen is door iets
kwaadaardigs. Als ze daar aan denkt, krijgt ze het Spaans benauwd. Zie je wel
dat het stom was om toch met de meiden op stap te gaan.
“Ik snap niet
waar Karin blijft. Er waren toch geen files?” zegt Tara, terwijl ze een
koffiemok aan Sylvia geeft. Els pakt zelf een mok van het Delftsblauwe
dienblad. Hier was Tara niet op bedacht en het blad raakt uit het evenwicht met
de laatste mok er nog op. Net op tijd weet Tara de zwieper op te vangen. Er
klotst uiteindelijk maar een klein beetje koffie uit de beker. Tara kijkt
verbaasd op van haar eigen snelle reactievermogen. “Zagen jullie dat?” Maar het
is niemand opgevallen hoe handig ze ineens was. Jammer. “Oh, maar ze is er al
lang, hoor! Karin. Ik heb haar zelf naar binnen zien gaan,” zegt Sylvia “Wat
raar dan dat ze nog niet naar ons toe is gekomen,” vindt Tara, terwijl ze met
haar mok in haar ene hand het dienblad met de andere neerzet. “Ze zal wel nog
even achter de laptop zijn gaan zitten,” verwacht Els. De vriendinnen halen hun
schouders op. Dat zal dan wel weer. “Zo, nou dat met de kat is geregeld, hoor!
Eén belletje en het was voor elkaar. Wat kan een mens zich toch druk maken om
niks," zegt Tara. "Inderdaad," mompelt Sylvia. "Wat hebben
we het toch goed hè?!” Tara moet er van zuchten. Ze zitten met zijn drieën
naast elkaar op een houten tuinbank te genieten van de zon op hun gezicht. “Wat
was er eigenlijk met Iris?” vraagt Tara onschuldig. “Oh, shit, die zit vast nog
steeds in haar eentje op de koude vloer,” zegt Els. Geschokt kijkt Sylvia naar
haar. "Dat meen je toch niet, hè?" en ze staat snel op. Ze kijkt boos
naar Els als ze naar de deur loopt en zucht. Natuurlijk is zij weer degene die
moet controleren of ze niet als koud en stijf op de badkamertegels ligt. Els
haalt trekt haar wenkbrauwen verontschuldigend op naar Tara.
“Iris, waar zit
je dan?” Sylvia kijkt ongerust om zich heen in de saunaruimte ”Hier.” Iris
roept vanonder een dampende douche. Ongerust kijkt Sylvia naar binnen. “Ik had
het zo vreselijk koud gekregen. Ik moest echt even opwarmen. Kun je mij die
handdoek even aangeven?” Sylvia pakt een grote handdoek van het rek. “Kom, dan
zal ik je even lekker afdrogen.” Beschaamd kijkt Iris naar Sylvia terwijl ze
onder de douche vandaan stapt. “Nee, joh, dat is echt niet nodig. Geef maar.”
Iris reikt naar de handdoek, maar Sylvia houdt het buiten haar bereik. “Wel
waar, stel je niet zo aan. Ik bijt niet!” Dan geeft Iris op en laat zich
gewillig afdrogen. Ze krijgt er rillingen van. De enige die haar zo mag
aanraken is hij. Zal zij hem straks ook zo moeten afdrogen? Zou hij erg
vermageren door zijn ziekte? Wat zal zij voelen bij het afdrogen? Medelijden?
Afkeer misschien? Angst? “Ach meid, je trilt helemaal. Kom hier!” En Sylvia
drukt Iris met de handdoek tussen hen in stevig tegen haar aan. Dan houdt Iris
het niet meer. Ze snikt het uit en weet: ze moet het iemand vertellen.
Sylvia houdt Iris tegen zich aan en probeert haar te troosten.
Tegelijkertijd denkt ze: "Had ik me nu niet voorgenomen dit niet meer te
doen?" Ze zakken samen neer op een bankje in de saunaruimte. Iris komt
weer een beetje tot bedaren. Sylvia slaat de handdoek nog even stevig om haar
heen. "Vertel op. Zo erg kan het toch niet zijn?" Iris haalt diep
adem en slikt een snik weg en veegt een traan of snottebel van haar wang.
"Goed. Maar je mag hier met niemand over praten!" Sylvia knikt
serieus. "Echt niemand. Het is een heel verhaal, misschien kunnen we dat
beter boven doen." "Nee, ik wil het nu horen. Ik zit hier
prima." Iris aarzelt en knikt dan. "Het begon tien jaar geleden. Ik
was weg, in Sierra Leone voor Warchild. Tijdens de vlucht ontmoette ik Herman,
we raakten aan de praat en het klikte. Ik voelde gewoon echt dat we een band
hadden. Hij vertelde me direct al over zijn vrouw en kinderen en dat hij
absoluut niet van plan was om zijn gezin in de steek te laten. Ik vond dat heel
eerlijk van hem. En natuurlijk was dat even slikken, maar hij was er zo stellig
in. Seksueel stelde zijn huwelijk al niet zoveel meer voor, zei hij, dus wat
dat betreft zou hij zijn vrouw niets te kort doen. Sindsdien zie ik hem
regelmatig. Ik vind het wel vervelend dat het zo stiekem moet, maar na een
tijdje wen er aan. Het zorgt er wel voor dat we niet in een sleur terecht
komen." Ze kijkt voorzichtig naar Sylvia die niet reageert. Dan verzucht
ze. "Zie je nou. Ik had het je niet moeten vertellen."
Sylvia zit als
verlamd op de bank. Zonder er bij na te denken droogt ze Iris' haar. "Tien
jaar? En zijn vrouw weet van niks?" Iris haalt haar schouders op.
"Het liep gewoon zo. En tot nu toe ging het prima." Sylvia is
verbijsterd. "Tien jaar? En al die keren dat we je probeerden te koppelen
met het mutsenweekend? Dat we medelijden met je hadden, omdat je de ware niet
kon vinden? Weet je nog, die engerd in de Blauwe Engel?...Tien jaar. Dat je
iemand zo lang zo kunt vernederen." Iris reageert als door een wesp
gestoken. "Nou zeg. Ze was er zelf bij hoor. Als zij hem niet zo
verwaarloosd had, hoefde hij het ook niet ergens anders te zoeken."
"Dus zo praten jullie over haar? Denk je niet dat hij ook een aandeel
heeft gehad in die zogenaamde verwaarlozing?" Sylvia gooit het in haar
gezicht. Iris weet even geen antwoord. Hier is ze altijd al bang voor geweest.
Daarom is ze er nooit tegen iemand over begonnen. En dan nu uitgerekend tegen
Sylvia. Hoe kon ze zo stom zijn! Zwijgend zitten Sylvia en Iris naast elkaar.
Ieder met hun eigen gedachten. "En wat als ze er nu ineens achter
komt?" Iris haalt diep adem. De rest van het verhaal gaat ze zeker nog
niet vertellen. Dat is juist iets waar ze zelf over na wil denken dit weekend.
Om nu juist met Syl over haar geheim te praten maakt het wel heel ingewikkeld.
Want, zou ze dan ook niet een boekje moeten open doen over Chris? Dat ze hem
pas in dat hotel tegenkwam met een andere vrouw? Jezus, wat is dit moeilijk.
Sylvia staat zwijgend op en loopt naar de deur. Iris kleedt zich aan en haalt
opgelucht adem. Even respijt.
Sylvia vist haar
weekendtas uit de enorme berg in de gang en loopt de trap op. Tien jaar zo'n
stiekeme toestand. Altijd de tweede viool spelen. Het heeft voor Iris ook wel
weer wat treurigs. Zou ze er daarom ineens zo'n huilbui over krijgen? Misschien
is ze wel al in de overgang en heeft ze opeens door wat ze mist. Wat kinderen
betreft enzo. Haar tijd is dan wel echt voorbij. Er zijn een heleboel dingen
die Sylvia haar nog wil vragen, maar nu even niet. Het liefste wil ze een
slaapkamer alleen om dit eens rustig te overdenken. En omdat ze als eerste
boven is, zal dat dit jaar wel lukken. Wat is dat eigenlijk voor geluid? Sylvia
duwt een slaapkamerdeur open en ziet Karin op bed liggen met een kussen over
haar hoofd. En ze produceert een geluid als een zaag die een eeuwenoude eik
probeert te vellen. Het ziet er eigenlijk best eng uit. Sylvia laat haar tas
vallen en loopt naar het bed toe. Ze trekt snel het kussen van Karin's gezicht.
Dan ziet ze de schoenen. Knalrode met een enorme
hak. Is dit wel Karin? Wat is er met de meiden aan de hand? Ze trekt
voorzichtig de schoenen van Karin's voeten. En ze trekt het dekbed een
stukje over de gevloerde zakenvrouw heen. Ze moet wel doodop zijn, want ze
wordt nergens wakker van. Sylvia pakt haar tas op en loopt naar een andere
kamer.
Iris heeft zich
intussen aangekleed. Ze loopt de huiskamer in. Het is er heerlijk warm en
rustig. Ze nestelt zich op de bank met Psychologie magazine. Stilte voor de
storm. En nu maar hopen dat Sylvia woord houdt. De rest van haar verhaal heeft
ze even geparkeerd. Dat is gewoon te heftig. Ze zal omzichtig bij haar
vriendinnen peilen hoe die er over denken. Niet dat dat maatgevend is.
Uiteindelijk moet ze toch zelf een besluit nemen over haar leven. En dat van
hem, voor zolang als dat duurt, natuurlijk. Ze krijgt trek. Zou er eigenlijk al
iemand boodschappen hebben gedaan? Aangezien ze zich nu toch niet
geconcentreerd kan lezen, staat ze op en trekt stuk voor stuk alle kasten open.
Niets. En in de koffiepot zit nog een half bakkie. Had ze nu maar die chocolaatjes
van thuis meegenomen.
Els opent de tuindeuren en loopt de kamer in, op zoek naar koffie of iets
sterkers. Oh, gelukkig, Iris zit keurig aangekleed en wel op de bank. Dat heeft
Syl weer even mooi opgeknapt, waarschijnlijk. "Hé, gevallen vrouw, gaat
het weer een beetje?" Iris kijkt op van haar blad. "Ja, het gaat wel.
Ik zou alleen onderhand wel wat te eten lusten." "Nou, anders ik
wel," zegt Els terwijl ze alle laatjes en kastjes opentrekt. "Leeg,
dat is nou jammer. Dat ben ik trouwens ook helemaal niet gewend van Syl. Ze
doet toch een beetje typisch vandaag, vind je niet?" Iris haalt haar
schouders op. Tara komt ook naar binnen. "Hebben jullie Sylvia gezien? We
zouden samen naar de C1000 gaan. Ze heeft een enorme boodschappenlijst opgesteld."
Iris kijkt moeilijk. "Syl was volgens mij niet helemaal fit. Ze is naar
boven vertrokken." "Mooi is dat" zegt Tara. "Zal ik met je
meegaan? Ik ben wel toe aan een beetje frisse lucht," oppert Els.
"Vind je het heel erg om je eerst even aan te kleden?", vraagt Tara.
Els lacht "Misschien krijgen we het wel gratis mee als ik ook mijn badjas
hier laat." Ze vlucht lachend naar de saunaruimte om het blad dat Iris
naar haar toegooit te omzeilen.
Even later lopen Els en
Tara samen door de supermarkt. Tenminste...samen... Ze kregen bij de groenten
al ruzie over wel of niet biologisch en Elstars of Jonagold. Of nou
ja,...ruzie... Els liep rood aan bij zoveel twijfel over zoiets onbenulligs en
heeft toen rigoureus het boodschappenlijstje in tweeën gescheurd. En nu
lopen ze dus ieder een eigen pad, met ieder een eigen kar. En terwijl Tara
twijfelt bij elk schap (doen we pindakaas met of zonder nootjes? Calvé of
Huismerk en zullen we twee- of drielaags toiletpapier doen, wel of niet in
voordeelverpakking) gooit Els alles zonder bedenkingen in de kar. Als ze haar
hele lijstje heeft afgewerkt, gaat ze eerst op zoek naar Tara, maar die is niet
te vinden. "Prima," denkt Els, "dan reken ik alvast af." Ze
laadt alles op de band en gaat daarna op zoek naar dozen voor alle wijn en
knabbels. "Heeft u een klantenkaart? Wilt u zegeltjes? Spaart u nog voor
onze pannenset met microtechnologie." "Nee, mens, ik wil alleen m'n
boodschapjes maar afrekenen," denkt Els geïrriteerd. "Dat is dat 133
euro 85." Zelfverzekerd stopt Els haar pas in de gleuf en tikt
geroutineerd haar pincode in. "Mevrouw, uw pas is ongeldig." Els
kijkt verbaasd, wrijft met haar pas langs haar kleren. Maar ook de tweede keer
wil de pas niet pakken. "Kunt u op een andere manier betalen?" Els
haalt haar credit card tevoorschijn. Ze begint het nu toch wel een beetje warm
te krijgen. Achter haar ontstaat een lange rij bij de kassa. Ze kan het gezucht
en gemopper al horen. Maar ook haar credit card doet het niet. En zoveel
contant geld heeft ze zeker niet bij zich. En dan staat Tara opeens naast haar.
Als een reddende engel. Met de pot. Wat een opluchting.
Even weet Karin niet waar
ze is. Ze ligt op een groot, zacht bed waarvan het matras een beetje doorzakt.
De muffe lucht wordt maar deels gemaskeerd door de sterke "lente"geur
van wasverzachter. Ze ligt onder een schuin dak. Het dakraam staat op een klein
kiertje. Ze rilt een beetje. Het schemert in de kamer. Ze schrikt overeind als
ze een ijskoude druppel op haar oor krijgt. Nu hoort ze de regen tikken op het
raam. Verder is het helemaal stil. Hoe laat zou het zijn? Een gevoel van
urgentie trekt door haar heen. Snel, waar is haar telefoon? Heeft ze zich
verslapen? Maar dan realiseert ze zich dat ze een heel weekend vrij is. Een
heel weekend waarin ze alleen voor zichzelf hoeft te zorgen. Ze ontspant. Heel
even. Dan ziet ze de aardige verpleegkundige weer voor zich, die haar op het
hart drukte dat ze zich op voorhand geen zorgen moest maken, maar dat het toch
beter was als ze volgende week terugkwam voor een vervolgonderzoek. Het
heerlijke zorgeloze moment is voorbij. Nu kan ze net zo goed uit bed komen.
Naast het bed staan haar schoenen keurig in het gelid. Dat heeft zij toch niet
gedaan?
Op kousenvoeten loopt Karin de steile trap af. Ze schrikt als er een
koelkast aanslaat. Heeft ze dan zo lang geslapen dat iedereen al op bed ligt?
Nee, het is nog niet donker, dus dat kan niet. Nu hoort ze iemand praten
beneden. Voorzichtig opent ze de deur naar de woonkamer. "Ik wil gewoon
niet dat je me nu belt. Ik heb gezegd dat ik na moet denken, dan moet je me die
ruimte ook geven!" Iris ijsbeert door de woonkamer met haar smartphone bij
haar oor. "Ja, ik weet dat je niet veel tijd hebt, maar gun me dit ene
weekend. Laat me!" Iris zucht. Ze knikt vermoeid. "Ik bel je echt zo
gauw ik het weet. Kus!" Iris hangt op en kijkt om zich heen. Dan ziet ze
Karin in de deuropening staan en schrikt. Hoeveel zou ze gehoord hebben? En is
dat erg?
Karin loopt met
open armen naar Iris loopt. Ze omhelst haar. "Wat goed je te zien!"
Ze geven elkaar drie zoenen. Karin kijkt Iris nieuwsgierig aan,
"Liefdesperikelen?" Iris maakt een wat afwijzend gebaar.
"Zoiets." "Waar is de rest eigenlijk?", vraagt Karin. Iris
somt het hele lijstje op. Het komt Karin eigenlijk wel goed uit dat ze de hernieuwde
kennismaking met de rest even kan uitstellen. Stapje voor stapje, om even te
acclimatiseren. "Ik heb nog wel wat lekkers voor bij de koffie!"
Karin tovert een zak muffins tevoorschijn en houdt hem open voor Iris. Ze kon
de gebaklucht in het ziekenhuis niet weerstaan. Maar dat was voordat ze het
onderzoek had. Dat lijkt nu mijlen ver weg. "De koffie is op, maar doe
maar even zo'n calorieënbom!" verzucht Iris. "Jouw boek?" Karin
wijst naar een dikke historisch roman die opengeslagen op tafel ligt. Iris
glimlacht en wijst naar een stapel tijdschriften. "Die zijn van mij. 'Voor
altijd verbonden' is van Tara." Karin knikt begrijpend. "Romantisch
typje." Ze neemt verlekkerd een grote hap van de muffin. Hè, lekker, het
weekend is begonnen!
Een paar uur later
zitten de vijf vriendinnen met elkaar aan tafel na te genieten van een
overvloedige maaltijd. Tussen de bijna lege potten en pannen staan ook vier
lege wijnflessen. Els schuift haar vuile bord een beetje opzij. Ze buigt wat
onvast voorover richting Sylvia en tilt haar glas rode wijn op. "Syl, het
wordt tijd dat je je hart gaat volgen en een restaurant gaat beginnen!"
Sylvia glimlacht minzaam. "Chris ziet me aankomen..." "Maar ik
meen 't! Op sterrenkok Sylvia! Proost!" Vijf glazen tikken tegen elkaar aan.
"Op ons, die zo lekker sámen kunnen koken. Dat zouden we vaker moeten
doen!" zegt Sylvia. "En zo is het!" lacht Karin. "Op
liefde, geluk, en gezondheid!" zegt Tara serieus, maar zij is ook de enige
die maar één glaasje heeft meegedaan. Het is even weer net als vroeger, toen ze
nog droomden van een gouden toekomst samen. Met rode wangen en glimmende ogen
halen ze herinneringen op aan vroeger, toen ze met hun volleybalteam hun
trainingskamp op stelten zetten. "En toen die bewaker ons 's nachts bijna
betrapte in dat zwembad? Ik geloof niet dat ik ooit harder heb gelopen. dan
toen." Ze lachen. Els valt bijna van haar stoel. Iris kan haar nog net
opvangen.
Dan gaat er een
telefoon. Er is even verwarring. We heeft er ook alweer dit irritante deuntje
als beltoon? "Hé joh, dat is die van jou!" Sylvia stoot Iris aan.
Iris neemt hem aan. Sylvia ziet in een flits de naam van de beller staan:
Herman. Ze krijgt het gevoel alsof er een klomp ijs op haar maag ligt en de kou
door haar hele lijf verspreid. "Ja?", zegt Iris terwijl ze naar de
gang loopt. Sylvia staart haar na, tot ze door Tara wordt aangesproken.
"Gaat het allemaal wel, Syl?" Sylvia knikt afwezig. Dan pakt ze een
nieuwe fles wijn en wendt zich tot de anderen: "Iemand nog een
plens?" Tara houdt haar hand boven haar glas en schudt van nee.
"Hoe bedoel je, je hebt zelf al besloten?" Iris heeft
moeite om helder te denken na die hele fles wijn. Het irriteert haar dat Herman
alweer belt. Mag ze even wat tijd voor zichzelf? Ze zakt neer op de trap.
"En wat vindt Marloes er dan eigenlijk van?" Marloes is de vrouw van
Herman, de bedrogen echtgenote. Zou hij het haar dan al verteld hebben? Ze
voelt dat ze overspoeld wordt door een golf van paniek. Dit was niet de
bedoeling! Ze probeert sinds hij het haar verteld heeft uit alle macht afstand
te nemen van Hem en nu trekt hij haar juist weer naar zich toe. Hoe kan ze zich
zo in godsnaam staande houden? Als hij dit een maand geleden had gezegd, had ze
zich gevleid, bevrijd, euforisch gevoeld. Dit was waar ze stiekem toch al die
jaren op gehoopt had, al zei ze tegen zichzelf van niet.. Maar nu is het te
laat. In plaats van ze leefden nog lang en gelukkig staat haar hen nu een korte
lijdensweg te wachten. Dit wil ik niet, denkt ze. "Ja, ik ben er nog.
Sorry, ik bel je." En ze drukt hem weg. Ze ijsbeert door het kleine
gangetje. Ze legt haar telefoon op de trapt en wrijft met haar handen over haar
gezicht, alsof ze daarmee de ellende als een masker af kan vegen. Dan neemt ze
een besluit. Ze kan hier niet blijven staan; ze moet de frisse lucht in om te
ontnuchteren. Ze trekt ze haar jas aan, schiet in haar laarzen en opent de
deur. Een gure windvlaag duwt haar bijna omver. De regen klettert op het
straatje van kinderkopjes. Ze trekt de deur hard achter zich dicht en verdwijnt
in het noodweer.
"Wat was dat
nou?" Sylvia kijkt op uit het verhitte gegiechel. "Die klap? Was dat
de deur?" De anderen hebben geen idee waar ze het over heeft. "Ik ga wel
even kijken." Ze schiet overeind, maar moet zich daarna aan de tafelrand
vasthouden om niet om te kukelen. Els en Karin gieren het uit. Al hikkend zegt
Karin: "Ik denk nog: ik geef ons even een zetje om los te komen van de
kant." "Ja, hè, lekker, met dat gewicht van jou. Gingen we allebei
koppie onder!" Els slaat een schouder om Karin heen. Karin duwt haar
voorzichtig weg en gaat een beetje rechtop zitten. Tara staat op en tapt een
glas water uit de kraan. Ze leunt vermoeid tegen het aanrecht. "Waar ga je
naartoe?", vraagt ze aan Sylvia die de kamer weer in komt lopen met haar
jas en haar schoenen aan. "Meisjes, dit is niet goed. Iris is weg." Karin
zucht diep: "Even een luchtje scheppen zou voor mij ook wel wat
zijn." Ze staat op om haar jas van de kapstok te pakken. "Ladies,
maak je niet zo druk. Ze is vast zo weer terug," zegt Els. "Ja, laten
we eerst even afwachten. We kunnen toch niet als een kip zonder kop buiten gaan
lopen? Het is me een takkenweer" Tara moet er niet aan denken om naar
buiten te gaan." Karin geeft Sylvia een arm. "Laat maar kletsen. To
the rescue!" Samen strompelen ze naar de buitendeur. De wind rukt de deur
bijna uit hun handen. Dat noem je nog eens uitwaaien! Maar ondanks wind en
regen lopen ze toch naar buiten. "Iris, waar zit je?" roept Sylvia
terwijl ze de deur achter zich dichttrekt. Tara kijkt naar Els. Ze trekt haar
wenkbrauwen op.
Sylvia en Karin
lopen een stukje de weg op. De wind raast om hun oren. Sylvia duikt dieper in
haar jas. "Misschien is dit toch niet zo'n goed idee.". "Ach,
kom op. We komen haar vanzelf wel tegen. Zo ver kan ze toch nog niet
zijn." Karin neemt Sylvia bij de arm. "Iris!" "Iris!"
Ze lopen in de richting van een boerderij. "Zie je dat? Daar in de verte?
Dat zou ze best eens kunnen zijn." Sylvia stopt. "Ho, ik voel me ff
niet zo goed." Ze bukt voorover, haalt diep adem. Dan ziet ze de schoenen
van Karin. "Wat heb je nou toch aan? Dit zijn toch geen schoenen voor een
zoekactie?" Karin kijkt naar haar rode schoenen met hoge hak. Ze haalt haar
schouders op. Dan trekt ze Sylvia weer overeind. "Doorlopen!"
Iris duikt weg
achter een vervallen schuurtje. Ze hoort de meisjes voorbij lopen en maakt zich
zo klein mogelijk zodat ze haar niet kunnen zien. Het is natuurlijk ontzettend
lief van ze, dat ze direct achter haar aan gaan, maar ze moet echt even alleen
zijn. Zelf vechten tegen de storm, die ze net zo goed buiten als binnen
zichzelf voelt. Ze voelt tevergeefs in haar zak naar haar telefoon. Des te
beter, dan kan hij haar hier nu niet lastigvallen. Op dat moment voelt ze een
harde klap op haar hoofd.
"Ah joh, eentje nog?!" Els houdt de fles boven Tara's
wijnglas. "Neem jij dat laatste druppie." Tara houdt geschrokken haar
hand boven haar glas. "Nee, Els, ik wil echt niet." Els probeert haar
hand weg te drukken, maar Tara houdt het tegen. Dan zakt Els terug op haar
stoel. "Ik wil niet in mijn eentje drinken." Tara haalt haar
schouders op. "Dan stop je toch lekker?" Els probeert Tara
doordringend aan te kijken, maar dat lukt haar niet echt meer. Haar ogen
schieten alle kanten op. "Mag je niet van de dokter?" Els moet lachen
om haar eigen grapje. "Of van Jeroen?" Els moet nog harder lachen.
Tara ergert zich. "We zijn niet allemaal van die drankorgels als jij!"
Het duurt even voor deze aanval tot Els doordringt. "Hoe, hoe bedoel
je?" "Dat jij altijd wel een reden kunt vinden om je op een hoop te zuipen."
Els schudt haar hoofd en wijst priemend met een vinger naar Tara. "Dat,
dat is onzin. Echt onzin! Ik hou van gezelligheid, da's alles." Ze staat
onvast op. "En nu moet ik pissen."
"Waarom is
Iris eigenlijk opeens naar buiten?" Karin vraagt het aan Sylvia, terwijl ze
in de richting van een vervallen schuurtje lopen. Sylvia ontwijkt haar blik.
"Ik weet het niet." Karin houdt haar tegen, draait haar naar zich
toe. "Dat geloof ik echt niet. Jij weet altijd alles!" Sylvia schudt
haar van zich af. Ze zucht. "En weet je dat ik daar helemaal doodziek van
wordt." Als om dit te onderstrepen kotst ze onverwacht op de grond. Karin
kijkt geschokt naar de spetters op haar nieuwe schoenen. Dan slaat ze
beschermend haar arm om Sylvia heen. Ze blijven samen voorovergebogen staan.
Karin veegt Sylvia's haren uit haar gezicht. Dit gebaar is te veel voor Sylvia
en ze begint met grote schokken te huilen. Karin trekt haar tegen zich aan.
"Kut hè?" En de regen blijft maar kletteren.
Iris wrijft over
haar hoofd. Verbaasd kijkt ze naar haar hand die vochtig rood is van het bloed.
"Niet goed." denkt ze, terwijl ze door haar knieën zakt. Waar is ze
eigenlijk? Ze krijgt niet echt de tijd om na te denken, want vlak voor haar
voeten knalt een dakpan met veel geweld op de stenen. Ze kijkt omhoog. Dit is
niet zomaar een vervallen schuur. Dit is een schuur die op instorten staat! Ze
kruipt uit de gevarenzone. Herman, er was iets met Herman. Maar wat? En terwijl
ze dat denkt, zakt ze in elkaar.
Zo, dat lucht op.
Els loopt voorzichtig van de w.c. richting de woonkamer. Dan hoort ze een
bekend deuntje. Glimlachend wiebelt ze mee op de maat. Nu weet ze wat er miste
in de woonkamer. Ze hebben muziek nodig om de sfeer een beetje te verhogen. Ze
duwt de deur naar de kamer en het muziekje houdt op. Dan begint het weer. Het
duurt even voor ze door heeft dat dat geluid van een mobieltje komt dat op de
trap ligt. "Hallo?" Ze luistert. "Nee, die is weg...Weet niet.
Kolder in haar kop ofzo. O.k. Doehoei!" De telefoon tutert totdat Els de
tegenwoordigheid van geest heeft om de verbinding te verbreken. Vreemd, denkt
ze. Wie zou Iris nou zo laat nog bellen? Ze loopt de kamer in met het mobieltje
nog in haar hand. Tara zit gespannen op haar te wachten. "Ik ben, denk ik,
zwanger." Els zit nog zo met het onderschepte telefoontje en wat ze er mee
moet dat ze moeite heeft om deze boodschap op waarde te schatten.
"Oh." Tara staart naar het glas water in haar hand. "Jeroen weet
het niet en volgens mij wil hij het ook helemaal niet." "Oh. Weet je
wie ik net aan de telefoon had?" Tara kijkt haar verstoord aan. Komt zij
met haar bekentenis, die ze de hele dag heeft opgespaard, wil Els het helemaal
niet horen. "Els, hoor je wel wat ik zeg?" Els haalt haar schouders
op. "Die wijn komt toch wel op." Nu springt Tara uit haar vel.
"Wat?! Is dat het enige waar jij aan kunt denken?" Ze zijn er allebei
even stil van. "Er belde een man voor Iris. Voor Iris! Misschien moet ik
toch even helpen zoeken." Els loopt de kamer uit en trekt terwijl ze naar
buiten loopt haar jas van de kapstok. Tara blijft verbijsterd achter.
"Kom, schat, we moeten echt even verder als we Iris willen
vinden voor ze is bevroren of weggespoeld." Karin trekt Sylvia voorzichtig
overeind. Sylvia knikt terwijl ze al snuffend haar neus afveegt met haar mouw
en zo een bruine modderstreep achterlaat op haar gezicht. Wat een dag is dit.
Opeens is dit geen gezellig weekendje weg meer met de meiden, maar een uitje
van een stel belegen tuthola's. Zou het de drank zijn die hen onderhand de nek
omdraait? Ze zijn het natuurlijk niet meer gewend, zo'n avondje doorhalen. Sylvia
krijgt spijt van haar eigen drinkgelag als ze aan de kater denkt die
morgenochtend waarschijnlijk op haar zit te wachten. Els zal wel de enige zijn
die er geen last van heeft. Die doet als kinderloze kunstenaar natuurlijk niet
anders. Nee, maar, als je over de duivel denkt... "Wijfies, hebben jullie
haar al gevonden?" Els rent onvast op hen af. "Jullie zijn ook nog
niet echt opgeschoten. Meid, wat zie je eruit! En wat is dat?" Els wijst
op het kwakje van Sylvia en begint onbedaarlijk te lachen. "Mijn god, we
lijken wel vijftien na een Coebergh-jus feestje. Weet je nog? Bij jou op
zolder? Enig idee waar ze naartoe is geslopen?" Karin wijst met haar
vinger richting de schuur. Els loopt verder. "Iris! Telefoon!" Karin
en Sylvia kijken elkaar verbaasd aan en glimlachen ondanks alles om Els die
enthousiast zwaait met het mobieltje in haar hand. Dat is wat ze in vroeger
tijden koddig zouden hebben genoemd.
Els nadert het
schuurtje en durft plotseling niet meer verder. Iris is vast al veel verder
gelopen, maar hierachter zou wel een dode rat kunnen liggen of erger. Wat doen
ze hier in godsnaam op deze van god vergeten plek. Kon ze maar direct terug
naar huis, dicht tegen Sjaak aankruipen, vrijen tot het ochtend wordt en pas
slapen als het zonlicht pijn aan haar ogen doet. Ze vermant zich, haalt diep
adem, kijkt voorzichtig om het hoekje en schrikt zich een ongeluk. Daar ligt
Iris, volkomen stil, alweer. Verstijfd blijft Els staan. "Els, zie je wat?
Nee, hè!" Karin botst tegen haar aan. Ze duwt Sylvia in haar armen en
loopt zelf door naar Iris. Als ze bij haar is neergeknield, roept ze naar Els.
"Jij hebt daar toch een telefoon? Bellen dan! 112!" "Oh, ja,
natuurlijk." Met trillende vingers toetst Els de drie cijfers in op het
toestel. Karin bestudeert intussen Iris. Ze voelt in haar nek en aan haar
voorhoofd. Dan ziet ze de wond op haar hoofd, waar het bloed door de regen
afgespoeld is. "Een ambulance," zegt Els "Ja, weet ik
dat..." Ze bedekt de speaker met haar hand. "Waar zijn we in heaven's
name?"
Tara schenkt een
groot glas rode wijn in. Ze heeft waanzinnig veel medelijden met zichzelf,
zoals ze hier nu in haar eentje zit; met een haard die is uitgegaan en niemand
om haar warm te houden. Er zit maar één ding op: lekker naar bed gaan. Ze proost
theatraal en slaat de wijn in één keer achterover. Dan pakt ze haar boek van de
salontafel en vertrekt naar boven, waar ze zich op een bed laat vallen. Diep
onder het donzige dekbed trekt ze zich terug in de romantische wereld van
ontvoerde hofdames en dappere ridders. Buiten zoeken ze het maar uit.
"Ik durf
haar niet zo te verplaatsen, maar ze wordt natuurlijk hartstikke koud."
Karin is de enige die rationeel blijft denken. Ze gaat tegen Iris aanzitten en
tilt voorzichtig haar hoofd op en legt hem in haar schoot. "Kijk uit!
Misschien is er wel iets met haar nek of haar rug." Sylvia is blijkbaar
niet erg bruikbaar in noodsituaties. Ze is doodongerust, als de dood dat het zo
erg is met Iris als het er uit ziet. "De ambulance is onderweg," roept
Els; blij als ze is dat ze in ieder geval iets heeft kunnen doen.
"Lieverd, wordt eens wakker." Karin praat zachtjes tegen Iris, die
gelukkig een beetje begint te bewegen. Karin streelt haar gezicht. Iris doet
voorzichtig haar ogen open. Ze kreunt. "Meis, heb je ergens pijn?",
vraagt Sylvia, volledig overbodig. Iris doet zuchtend haar ogen weer dicht.
Tara slaapt bijna als ze opschrikt van een loeiharde sirene. Ze
probeert te bepalen of het een brandweerauto is, een politiewagen of de
ambulance, maar haar bewustzijn laat het afweten. Ze wacht op het moment dat de
toon omslaat en de melodie vals wordt, maar dat gebeurt niet. Het geluid gaat
uit, gekleurde lichten flitsen door de kamer heen. Verward kijkt Tara ernaar.
Waarom blijft hij staan? Dan weet ze weer waar ze zijn. De meisjes! Ongerust schiet
ze overeind en loopt naar het raam Ze schuift het gordijn een stukje open en
ziet een ambulance op het erf van de boerderij. Twee mannen in fluorescerende
jassen springen uit de cabine. Tara schiet een vest aan en rent slaapdronken de
trap af. Op de begane grond propt ze haar blote voeten in het eerste paar
schoenen dat ze ziet.
Sylvia, Karin en
Els kijken vanaf een afstandje naar de handelingen van het ambulancepersoneel.
Iris is bij kennis, maar kijkt versuft. Ze laat het allemaal over zich heen
komen. "Wat is er gebeurd?" roept Tara die naar hen toestormt. Sylvia
slaat een arm om haar heen. "Ze heeft een dakpan op haar hoofd gekregen.
Het ziet er erger uit dan het is." Tara kijkt ongerust naar Iris die op
een brancard wordt gehesen. Een ambulancebroeder komt naar hen toe. Sylvia is
gefascineerd door zijn grote krulsnor en paardenstaart. Het lijkt wel een
Viking. Mag dat eigenlijk wel als je bij de ambulancedienst werkt? Is het voor
de hygiëne niet beter om kaal te zijn? Ze schudt de gedachte van zich af. Waarom?
vraagt ze zich dan af. Waarom is zo'n detail ineens zó belangrijk?!
"Ze heeft
een behoorlijke wond op haar achterhoofd; dat wordt hechten en een nachtje ter
observatie." De verpleger praat snel en nonchalant. Voor hem is het
natuurlijk een ongeluk van niks, geen zuurstof nodig of AED, geen levensgevaar.
Ze hadden het zonder hem ook wel af gekund, zelf na al die wijn. Want op
momenten als dit is iedereen direct nuchter. Of zo lijkt het tenminste. "Wie
van de dames rijdt er gezellig met mij mee?" Ze kijken elkaar aan, tasten
af. "Ik ga wel," hoort Karin zichzelf zeggen. "Ik pak ik nog
even snel mijn handtas. Nemen jullie wat spullen voor Iris mee?" En weg is
Karin.
"Kom,"
zegt Els. "Laten we een noodpakketje gaan maken. Wat heb jij trouwens voor
schoenen aan?" Els begint te giechelen. Tara en Sylvia kijken naar Tara's
blote voeten in Karin's knalrode hakken en schieten in een slappe lach."Tara,
trek even wat aan, dan mag jij rijden." Tara rilt. Ze voelt nu pas de kou
die langs haar blote benen omhoog trekt. "Ik?" "Ja, ik geloof
niet dat het slim is als ik achter het stuur ga zitten," zegt Els.
"En Syl heeft ook een aardig bakkie op." Tara knikt en wankelt terug
de boerderij. Lopen gaat ineens veel minder makkelijk nu ze weet op welke
hakken ze loopt. De telefoon gaat over in Els' hand. Van schrik laat ze hem
bijna op de grond vallen. Dan neemt ze op. "Nee, die kan even niet aan de
lijn komen. Sorry, overmacht. Ik zal zeggen dat je gebeld hebt. Herman,
toch?" Sylvia trekt haar wenkbrauwen op. Ze vraagt zich af of ze het die
Herman moeten vertellen dat Iris nu onderweg is naar het ziekenhuis. Maar ze
besluit dat het beter is dat Iris straks zelf contact met hem opneemt.
Tenslotte is er niets ernstigs aan de hand.
Bij de voordeur botsen
ze bijna tegen Tara op, die dik aangekleed al klaar is voor vertrek. "Waar
moeten we eigenlijk naartoe?" Sylvia en Els kijken elkaar aan. Oeps, dat
is nog eens een goede vraag. Naar welk ziekenhuis zouden ze Iris hebben verplaatst?
"Wij zijn ook een lekker stel zo samen..." Sylvia voelt een stevige
hoofdpijn opkomen. Weer een probleem erbij. Gelukkig houdt Els nog wel haar
hoofd erbij. "Nog maar een keer 112 bellen? Bij de centrale krijgen ze
vast wel te horen waar die ambulance naartoe gaat." En ze toetst het
alarmnummer weer in op de telefoon. Sylvia kijkt er vol verbazing naar. Ja,
natuurlijk, denkt ze, logisch, toch? Ze vindt dat ze nu op moet staan om
logeerspullen voor Iris bij elkaar te rapen, maar ze heeft de kracht niet om het
direct te gaan doen.
Els klost energiek de trap op. Eenmaal boven voelt ze toch dat ze
niet helemaal fris is en neemt ze even de tijd om uit te hijgen. Dan gaat ze op
zoek naar de tas van Iris. Ze was van plan er alleen een schone slip en een
tandenborstel uit te vissen, maar als ze die keurige stapeltjes ziet, neemt ze
voor de zekerheid de hele tas maar mee. Stel dat ze de symmetrie in de war
gooit. Ze stopt het mobieltje van Iris er gelijk bij. Op het moment dat ze dat
doet ligt de telefoon op. Een bericht. Vast van die Herman, denkt Els. Wie zou
dat toch zijn en waarom heeft Iris hen nog niet over hem vertelt? Els neemt
zich voor om het direct aan haar te vragen als ze de gelegenheid heeft. Ze is
wel in voor wat smeuïge verhalen. "Els, kom je nog?" Er wordt op haar
gewacht. Tara start, na wat instructies van Els, de auto. Haar vingers trillen.
Els gooit de weekendtas van Iris naast Sylvia, die achterin is gaan zitten met
een plastic tasje, want ze voelt zich nog niet helemaal jofel. Spijt, spijt,
spijt, wat is er erger dan dat? En opeens, uit het niets, vraagt Sylvia zich af
hoe het nu thuis zou zijn. Zou Chris alweer thuis zijn van zijn geheime
afspraak? Of is hij toch maar lekker bij de kinderen gebleven. Ze trekt haar
jas wat steviger om zich heen, duikt erin weg en zou het het liefst op een
huilen zetten.
Opeens is Iris
het zat. Ze heeft alleen maar een gat in haar hoofd. Hadden de meiden het niet
zonder al dit spektakel op kunnen lossen? Ze wil rechtop gaan zitten, maar de
ambulancebroeder maakt haar duidelijk dat dat nog niet de bedoeling is. Karin
kijkt ongerust naar haar, probeert haar te kalmeren, maar dat maakt Iris juist
nog onrustiger. Ze wil niet naar het ziekenhuis. Ze wil het wel graag begrijpen,
maar merkt dat gestructureerd denken niet zo simpel is op het moment. Nu snapt
ze hoe letterlijk je "je hersens pijnigen" kunt nemen. Haar hoofd
ontploft als ze nadenkt over het hoe en waarom van deze situatie. Het ene
moment zaten ze nog gezellig samen te eten - het was echt ouderwets gezellig -
en het volgende moment ligt ze buiten in de regen. Waarom was ze eigenlijk zo
hals over kop naar buiten gegaan? Ineens begint haar iets te dagen, even een
helder momentje en ze knijpt Karin's hand bijna fijn. "Ik weet niet waar
je mobieltje is," antwoordt Karin. "De meiden zullen 'm vast wel voor
je meenemen. Ze rijden vlak achter ons aan." Dit kalmeert Iris een beetje.
Afwachten dan maar.
Karin heeft
intussen andere zorgen. Ze ziet er enorm tegenop om weer het ziekenhuis in te
gaan, ook al is het niet voor haarzelf. Karin probeert zich te concentreren op
Iris en haar probleem, zodat haar onzekerheden naar de achtergrond verdwijnen.
Ze besluit een praatje aan te knopen met de ambulanceverpleger. Heeft hij ook
zoveel last van geweld tijdens zijn werk? De verpleger geeft wat korte
antwoorden. Hij heeft duidelijk geen zin in een praatje, hangt liever hier of
daar de mensenredder uit. Moedeloos zakt Karin achteruit. Dan maar in stilte de
rit uitzitten. Ze kijkt door het raampje naar buiten. Gelukkig, het platteland
ligt achter hen, de stad begint hen te omhelzen. Nu is het vast niet ver meer.
"Zo, meiden,
we zijn er." Tot Tara's opluchting staan er op dit middernachtelijk uur
nauwelijks auto's op de parkeerplaats. Parkeren is niet haar sterkste punt. De
opluchting is van alle drie de gezichten af te lezen. Tara is een wat
voorzichtige chauffeur en de eend van Els heeft een uitgebreide
gebruiksaanwijzing. De keren dat hij afsloeg zijn niet op één hand te tellen.
Els stond op het punt om Tara tot stoppen te dwingen en zelf achter het stuur
plaats te nemen, maar Sylvia hield haar tegen met het argument dat ze er liever
in eigen auto wat later wilde arriveren bij het ziekenhuis, dan weer een
ambulance te moeten bellen. Met daarbij wel het vriendelijke verzoek aan Tara
om even in de berm te gaan staan, de plastic tas is vol en haar maag is nog
niet helemaal leeg. Tara kwam graag aan dit verzoek tegemoet. Zo gauw de auto
stil staat voor het ziekenhuis, springt Els eruit. "Wat er ook gebeurt, ik
rij terug!" Ook Sylvia rolt eruit. Ze haalt diep adem om zoveel mogelijk
frisse lucht binnen te krijgen. Tara rommelt het sleuteltje uit het contact en
veegt het zweet van haar voorhoofd. Els staat al naast haar met haar hand
omhoog. "Sleutel?!"
Geen opmerkingen:
Een reactie posten